Alexandre BraunConrad Alexandre Braun (Nijvel, 7 juni 1847 – Brussel, 30 maart 1935) was een Belgisch politicus voor de Katholieke Partij en jurist. BiografieAlexandre Braun was een telg uit het geslacht Braun en de zoon van Thomas Braun, een uit Duitsland afkomstige pedagoog en normaalschooldirecteur in Nijvel, en Franziska Horst. Hij trouwde in 1875 in Brussel met Stéphanie Marcq (1857-1944). Ze kregen twaalf kinderen, onder wie
Emile Braun, burgemeester van Gent en volksvertegenwoordiger, was zijn broer. Hij was lid van K.A.V. Lovania Leuven. AdvocaatDoctor in de rechten van de Universiteit van Luik, was Braun ook beursstudent aan de universiteiten van Berlijn en Heidelberg. Hij werd advocaat en specialiseerde zich vooral in de merkenwetgeving. Hij was lid van de Raad van de Orde van 1889 tot 1898 en van 1904 tot 1907. Hij was een promotor in 1886 van de Federatie van advocaten in België en werd er in 1892 voorzitter van. Hij was stafhouder van de Brusselse balie van 1893 tot 1895. Hij eindigde zijn carrière in 1929. Braun was juridisch raadgever van de Duitse ambassade in Brussel. Bij het uitbreken van de oorlog op 5 augustus 1914 verbrak hij alle banden. Hij verdedigde Belgen, tijdens de Eerste Wereldoorlog, voor het Duitse krijgsgerecht. Zo verdedigde hij de priester en latere kardinaal Jozef Cardijn die beschuldigd werd van patriottisme. Uiteindelijk kreeg Cardijn een gevangenisstraf van 13 maanden en een boete van 150 mark. PolitiekOp latere leeftijd ging Braun ook in de politiek. In 1892 was hij medestichter en ondervoorzitter van de Ligue Nationale pour le suffrage universel et la représentation proportionnelle. Hij stichtte ook de 'Cercle Léon XIII', een discussiegroep die zich inspireerde op de encyclieken van de paus. In 1902 stichtte hij de vennootschap Patria, zetel van de katholieke partij in Brussel, die achtereenvolgens gevestigd was in de Parksteeg, de rue du Parchemin, de Ursulinenstraat en uiteindelijk de Broekstraat. Hij behoorde tot de groep die onder de leiding van Jules Renkin en Henry Carton de Wiart de sociaaldemocratische vleugel ging vormen binnen de katholieke partij. In 1895 trad hij, samen met de twee eerstgenoemden op als advocaat voor de krant 'La Justice sociale', die de verdediging had op zich genomen van hun collega in het parlement, priester Adolf Daens. Tussen 1900 en 1929 was hij senator voor het arrondissement Brussel en was een van de voorname tenoren van de katholieke partij. Hij werd voorzitter van de Commissie voor Justitie. In 1925 werd hij benoemd tot minister van Staat, wat eerder uitzonderlijk was voor iemand die nooit in een regering had gezeteld. De parlementaire activiteiten die hij ontplooide, hadden vooral betrekking op:
Publicaties
Literatuur
|