Berlijnse Codex
De Berlijnse Codex is een verzameling van vier geschriften die in een boekvorm (Codex) gebundeld zijn. De officiële naam voor de codex is Berolinensis Gnosticus 8502 (BG), de bundel staat ook bekend als de Codex van Achmim. Drie van de vier manuscripten zijn gnostische vroegchristelijke geschriften. Alle manuscripten kunnen gedateerd worden tot de laat-vierde of vroeg-vijfde eeuw van onze jaartelling. Naast deze codex en de Nag Hammadigeschriften bestaat de gevonden gnostische literatuur verder uit de Codex Askewianes, de Codex Brucianus en de Codex Tschacos
Ontdekking en publicatieDe Berlijnse codex werd gevonden in de Egyptische stad Achmim. Hij was verborgen in een nis van een muur die dicht bij een christelijke begraafplaats stond; de codex was verpakt in veren. De codex kwam op de antiekmarkt terecht en werd gekocht door Carl Reinhardt in januari 1896. Reinhardt nam de bladen mee naar een museum te Berlijn en op 16 juli 1896 werd de codex onder de aandacht gebracht van de Koninklijke Pruisische Academie van Wetenschappen door C. Schmidt. Het bevindt zich nu in het Ägyptisches Museum aldaar. In 1912 wilde men de tekst uitgeven, maar door een overstroming in de drukkerij gebeurde dat niet. Daarna ontstond een oponthoud door de Tweede Wereldoorlog. Pas in 1955 werd de zogenaamde Berlijnse codex gepubliceerd. Niemand had er echt aandacht voor, tot dat het grote wetenschappelijke belang van de in 1945 ontdekte Nag Hammadigeschriften duidelijk werd. Een aantal teksten uit de Nag Hammadigeschriften bleek ook voor te komen in de Berlijnse codex. Deze codex werd dan ook relevant voor verder onderzoek. InhoudDe vier teksten van de codex zijn Koptische vertalingen van wat een oorspronkelijk Griekse tekst was.
|