Caral
Caral was een stad in het huidige Peru en ligt 200 kilometer ten noorden van Lima. De site komt uit het laat-voorkeramisch en was in gebruik tussen 2627 cal. BCE en 2020 cal. BCE.[1] Er zijn restanten gevonden van een oude beschaving van meer dan 4500 jaar geleden. Caral werd ontdekt door Ruth Shady, een antropoloog en archeoloog van Peruaanse afkomst. De site bevindt zich in het huidige district (distrito) Supe van de gelijknamige stad (ciudad) in de provincie (provincia) Barranca (regio Lima). De siteZoals eerder gesteld ligt de site op ongeveer 200 kilometer ten noorden van Lima en 23 kilometer van de pacifische kust vandaan. Caral ligt in de Supe-vallei, een vallei waar ongeveer achttien voorkeramische sites te vinden zijn (waaronder Caral en Aspero). De site was al bekend sinds de jaren 50/60, echter werd er niks mee gedaan tot de jaren 90. De site is ongeveer 65 hectare[1], dit is zeer groot voor een voorkeramische site. Hierdoor werd oorspronkelijk ook gedacht dat de site niet voorkeramisch kon zijn. ArchitectuurDe architectuur in Caral bestaat uit monumentale, residentiële en niet-residentiële gebouwen, echter ligt de focus vooral op de monumentale architectuur. Volgens Shady behoren veel architectonische kenmerken in Caral (en andere nederzettingen in de Supevallei) tot de religieuze Kotoshtraditie.[2] Onder de monumentale bouwwerken zijn zes pyramide-achtige structuren. Shady noemt deze "piramides" the Great Pyramid, the Central Pyramid, Quarry Pyramid, Lesser Pyramid, Pyramid of the Galery en Pyramid of the Huanca. De "Great Pyramid" is de grootste van de zes. Het oudste bouwwerk is een piramide uit 2627 voor Christus.[3] Ook was dit de eerste stad die gebouwd werd van steen in Zuid-Amerika. Een monumentaal bouwwerk dat we in veel andere (grote) nederzettingen in de Supe-vallei voorkomt zijn de zogenaamde "sunken courts". CultuurHet wordt geopperd dat Caral behoorde tot de Norte Chicocultuur, nu ook Caral-Supecultuur genoemd. dit was een beschaving die actief was in in Peru tussen circa 3000 BCE en 1800 BCE. De mensen verbouwden bonen, kalebassen en katoen. Van het katoen maakten ze netten om vissen mee te vangen. Om het verbouwen van gewassen makkelijker te maken hadden ze een groot irrigatiesysteem gebouwd. Externe linkReferenties.
Zie de categorie Caral-Supe van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Bronnen, noten en/of referenties
|