Delfshaven is een bestuurscommissiegebied van de gemeente Rotterdam. Delfshaven heeft een oppervlakte van 5,80 km² en telde in 2019 76.215 inwoners. Oorspronkelijk was Delfshaven een onderdeel van Delft, maar in 1795 werd het een zelfstandige gemeente, en in 1886 door Rotterdam geannexeerd.
Delfshaven ontstond in 1389, toen de Delfshavense Schie werd gegraven om de stad Delft een verbinding met de Maas te geven. Sindsdien konden de schepen vanuit Delft via de Delftse en Delfshavense Schie de Nieuwe Maas bereiken. Rondom de sluis ontstond het havenstadje 'Delfshaven'. Het had de status van een 'kolonie van Delft'. Een terugslag in de groei vond plaats toen aan het eind van de Hoekse en Kabeljauwse twisten (rond 1490) de Hoeken enorme verwoestingen aanrichtten.
In het begin van de zestiende eeuw telde Delfshaven iets meer dan 100 huizen en 400 inwoners.
Hoogtepunten uit de geschiedenis
Het oude Historisch Delfshaven, de volksbuurt Spangen en het rustige Oud-Mathenesse zorgen voor veel variatie in dit stadsdeel. Enkele hoogte- en dieptepunten uit de rijke historie van Delfshaven zijn, in chronologische volgorde:
1389: Begonnen met het graven van de vaart tussen Overschie en de Nieuwe Maas. Aan de oever van de Maas verschijnen een haventje en scheepswerf; het begin van Delfshaven
1620: De Pilgrim Fathers worden korte tijd ondergebracht in de Sint Anthonis Capel, vanwaar ze de oversteek naar Amerika beginnen.
1653: Bouw van het Kraanhuis met 'Zakkendragershuisje'.
1700 en verder: opkomst van de jeneverindustrie, met de bouw van diverse molens.
1795: Delfshaven roept zichzelf uit tot zelfstandige gemeente, onder protest van Delft.
1825: Delfshaven krijgt stadsrechten. Het pand aan de Aelbrechtskolk wordt raadhuis der gemeente Delfshaven. Het pand doet dienst als café en brouwerij De Pelgrim.
1886: Delfshaven wordt met Rotterdam verenigd. De nieuwe gemeente krijgt de naam Rotterdam.
1940: Het bombardement dat op 14 mei het centrum van Rotterdam in de as legt, laat Delfshaven ongemoeid.
1943: Op 31 maart willen de geallieerden de scheepswerf Wilton-Fijenoord in Schiedam bombarderen, maar er gaat iets mis met de identificatie van het doelwit. Een kleine honderd brisantbommen van 1.000 pond treffen het havengebied rond de Keilehaven, het spoorwegemplacement aan de Hudsonstraat, het Marconiplein en de huizen rond de Schiedamseweg in de woonwijk Bospolder-Tussendijken. Er vallen minstens 417 doden en meer dan 400 gewonden.[2] Honderden gezinnen raken dakloos. Het bombardement op Rotterdam-West werd een 'vergeten bombardement', omdat de slachtoffers de bevrijders hun fouten niet wilden blijven verwijten.[3]
1959: De loodsboot Delfshaven wordt gebouwd en wordt vernoemd naar de haven.
1960: Historisch Delfshaven wordt uitgeroepen tot beschermd stadsgezicht.
1993: Op 31 maart, vijftig jaar na het 'vergeten bombardement', onthult premierRuud Lubbers een monument ter nagedachtenis aan de gewonden en doden.
1999: Het Spartastadion wordt compleet vernieuwd en een kwart slag gedraaid ten opzichte van het oude stadion.
2013: Het Slavernijmonument wordt onthuld ter herdenking het Rotterdamse slavernijverleden, waarbij de handelswaar die in het Lloydkwartier werd verhandeld verkregen was door in Suriname en de Nederlandse Antillen slaven te verkopen.[4]
Tussen ongeveer 1980 en 2000 trokken vele autochtone gezinnen weg uit Delfshaven. Hiervoor in de plaats kwamen nieuwkomers, die vaak in achterstandssituaties verkeerden. De werkloosheid steeg en de drugsoverlast nam toe. Halverwege de jaren negentig kwam daartegen verzet, onder leiding van Annie Verdoold. Door de goede samenwerking tussen bewoners, politie, zorginstellingen en gemeente zijn de problemen toen flink afgenomen. Maar vooral in sommige delen van Spangen en Schiemond kunnen nog veel zaken verbeterd worden.
De onderstreepte getallen vormen de hieruit onderhandelde bestuursmeerderheid.
In 2014 is de deelgemeente opgeheven en vervangen door een 'bestuurscommissiegebied'. In 2018 kregen binnen de Delfshavense wijken Middelland en Oud-Mathenesse een geloot wijkcomité. De andere vijf wijken bleven vertegenwoordigd worden door de gekozen gebiedscommissie[6].
↑Jac. J. Baart, Lennart van Oudheusden (2018). Target Rotterdam. De geallieerde bombardementen op Rotterdam en omgeving, 1940-1945. Boom Uitgevers Amsterdam, pp. 267-301. ISBN 9789024420452.