Jan George Bertelman
Jan George Bertelman[1] (Amsterdam, 21 januari 1782 - aldaar, 25 januari 1854) was een Nederlands componist en muziekleraar. Leven en werkBertelman werd in 1782 in Amsterdam geboren als zoon van Joost Hendrik Bertelman en Johanna Schok. Rond zijn negende jaar overleed zijn vader.[2] Hij studeerde bij Daniël Brachthuyser (1769), een blinde organist van de Nieuwe Kerk Amsterdam. Daarnaast moest hij zelf lesgeven om in het levensonderhoud van zijn moeder en hemzelf te voorzien.[2] Bertelman was in Amsterdam componist, organist en muziekpedagoog. Tot zijn leerlingen behoorden Johannes van Bree, Richard Hol en Hermina Maria Dijk. Bertelman was onder andere erelid van de Koninklijke Akademie van Beeldende Kunsten, lid van verdienste van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen en van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst en honorair lid van de academie Santa Cecilia in Rome.[2] Hij werd in 1842 benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.[3] Bertelman trouwde op 28 april 1820 te Amsterdam met Dorothea Christina Kathman. Hij overleed in januari 1854 op 72-jarige leeftijd in Amsterdam.[2] Zijn zoon Johannes Jacobus Bertelman werd kunstschilder en stadstekenmeester te Gouda en was daar medeoprichter van het Goudse museum (het latere Museum Gouda). Bertelman werd begraven in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. In deze stad zijn de Bertelmanstraat en het Bertelmanplein naar hem genoemd. Bertelman wordt beoordeeld als een bekwame muziektheoreticus die een harmonieleer schreef, veel kennis had van de ontwikkeling van muziekinstrumenten en als een der eerste Nederlanders het belang inzag van Bach. Als componist wordt hij beschouwd als een goede maar behoudende vakman.[4] Diverse composities van Bertelman
Zie de categorie Jan George Bertelman van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Bron
Noten
|