Kunstrijden op de Olympische Winterspelen 1924Het kunstrijden is een van de sporten die beoefend werden tijdens de Olympische Winterspelen 1924 in Chamonix-Mont-Blanc. Het was de derde keer dat het kunstrijden op het olympische programma stond. In 1908 en 1920 stond het op het programma van de Olympische Zomerspelen. De wedstrijden vonden op een buitenijsbaan plaats van 28 tot en met 31 januari. Van de 29 deelnemers (16 mannen en 13 vrouwen) uit elf landen namen er tien voor de tweede keer deel; Grafström (solo), Blanchard-Weld / Niles (solo en paren), Jakobsson-Eilers / Jakobsson, Herbos / Wagemans en Sabouret / Sabouret (paren) en Muckelt (solo en paren; in 1908 met Sydney Wallwork, dit jaar met John Page). De Zweed Gillis Grafström werd de eerste kunstschaatser die zijn olympische titel prolongeerde.
Elk van de zeven juryleden rangschikte de deelnemer van plaats 1 tot en met de laatste plaats. Deze plaatsing geschiedde op basis van het toegekende puntentotalen door het jurylid gegeven. (Deze puntenverdeling was weer gebaseerd op 60% van de verplichte kür, 40% van de vrije kür bij de solo disciplines). De uiteindelijke rangschikking geschiedde bij een meerderheidsplaatsing. Dus, wanneer een deelnemer bij meerderheid als eerste was gerangschikt, kreeg hij de eerste plaats toebedeeld. Vervolgens werd voor elke volgende positie deze procedure herhaald. Wanneer geen meerderheidsplaatsing kon worden bepaald, dan waren beslissende factoren: 1) laagste som van plaatsingscijfers van alle juryleden, 2) totaal behaalde punten, 3) punten behaald in de verplichte kür. MannenOp 29 (verplichte kür) en 30 januari (vrije kür) streden elf mannen uit negen landen om de medailles.
VrouwenOp 28 (verplichte kür) en 29 januari (vrije kür) streden acht vrouwen uit zes landen om de medailles.
ParenOp 31 januari streden negen paren uit zeven landen in de vrije kür om de medailles.
Medaillespiegel
Bronnen, noten en/of referenties
|