Hij werd koorzanger in de kerk van Sainte Marie-Madeleine en maakte in 1849 deel uit van het jongenskoor bij de eerste opvoering van Le Prophète van Giacomo Meyerbeer. Later bezorgde Adolphe Adam hem de positie van adjunct-repetitor bij het Théâtre Lyrique te Parijs.
Delibes overleed op 54-jarige leeftijd. Hij werd begraven op het Cimetière de Montmartre te Parijs.
Voornaamste werken
In 1856 schreef hij de operette Deux sous de charbon. Deze operette stond gedurende veertien jaar onafgebroken op de affiches van de Folies-Nouvelles. Vanaf dan bleef hij gedurende vijftien jaar operettes en vaudevilles componeren in het tempo van een per jaar. Het succes van de cantateAlger, geschreven voor Napoleon III, leidde tot de samenwerking met de Weenseviolist en componist Léon Minkus voor Delibes' eerste balletcompositie La Source in 1866. Dit was een ballet met een oosters thema, een erg populair onderwerp op dat ogenblik.
In 1870 schreef hij het ballet Coppélia, naar een verhaal van E.T.A. Hoffmann, de zandman, waarin het verhaal verteld wordt van de oude Dr Coppelius en zijn pop Coppélia. Deze compositie was niet alleen het eerste ballet dat hij zonder assistentie schreef, maar ook een compositie die de balletmuziek fors opwaardeerde. Het ballet, uitgevoerd in de Opéra van Parijs (waarvan hij sinds 1865 koordirigent was), oogstte veel succes en maakte hem beroemd.
In 1876 publiceerde hij zijn volgend ballet Sylvia, dat zich in Griekenland afspeelt. Tsjaikovski, zelf een componist en dansliefhebber, was een groot bewonderaar van de twee hierboven genoemde werken. Hij vond Sylvia zelfs beter dan zijn eigen Zwanenmeer. Hij beschouwde Delibes ook als een betere componist dan Johannes Brahms, maar op zich heeft dit blijk van waardering weinig waarde, rekening houdend met het feit dat Tsjaikovski Brahms omschreef als "een talentloze bastaard".
Een zeer bekend wijsje uit dit ballet is het Divertissiment - Pizzicato.
Divertissiment - Pizzicato uit Sylvia — 3081 KB (download·info)
In 1882 schreef Delibes een pastiche van deuntjes en dansen voor Le roi s'amuse van Victor Hugo (hetzelfde werk waarop Verdi de figuur van Rigoletto had gebaseerd).
Zijn beroemdste opera Lakmé (1883) vertelt het verhaal van een onmogelijke liefde tussen een Britsofficier en Lakmé, de dochter van een Indische priester in het India van de 19e eeuw. De scène et légende de la fille du paria (scène en verhaal van de dochter van de paria) met zijn Air des clochettes (in Nederland bekend als de klokjesaria) waarin Lakmé bijna bezeten zingt over een legendarisch klokje in de wouden, is een bravourestuk voor coloratuursopranen.
Een andere, zeer bekende, aria uit deze opera is het Bloemenduet, (Duo des fleurs) een barcarolle.[1]
Ook het duetD'où viens-tu? Que veux-tu (Van waar kom je? Wat wil je?) wordt als een uitdaging voor de zangers beschouwd.
Bij zijn overlijden in 1891 liet Delibes een onvoltooide opera achter, Kassya. Deze opera werd later door Jules Massenet voltooid.
Slotbeschouwing
Delibes is de geschiedenis ingegaan als een meester van de traditionele Franse muziek, licht en melodieus. Of zoals hij zelf zei: « Pour ma part, je suis reconnaissant à Wagner des émotions très vives qu’il m’a fait ressentir, des enthousiasmes qu’il a soulevés en moi. Mais si, comme auditeur, j’ai voué au maître allemand une profonde admiration, je me refuse, comme producteur, à l’imiter. ».
Vrij vertaald : "Ik ben Wagner erkentelijk voor de levendige emoties die hij mij liet voelen, het enthousiasme dat hij bij mij heeft opgewekt. Maar hoewel ik, als luisteraar, de Duitse meester mijn bewondering toedraag, weiger ik, als producent, hem te imiteren."
B.B. Klier, C. P. Cronin: Theodore Pavie's "Les babouches du Brahmane" and the story of Delibes's "Lakmé", Opera Quarterly: 12:19-33 N4 1996
Jerome Mitchell: More Scott operas : further analyses of operas based on the works of Sir Walter Scott, Lanham: University Press of America, Inc., 1996, 328 p.
Mario Morini, Piero Ostali Jr.: Casa Musicale Sonzogno : Cronologie, Saggi, testimonianze : secondo volume, Milano: Casa Musicale sonzogno di Piero Ostali, 1995, 907 p.
G. Rohde: Liebe, Wahnsinn, Gift und Tod : "Lucia di Lammermoor" an der Bastille-Opera, "Lakmé" an der Opera Comique, Opernwelt N3:24-5 Mar 1995
Paris Lakme est de retour: tintez, clochettes! il, Diapason (France) N412:18 Feb 1995
William E. Studwell: Leo Delibes : an essay and bibliography, Music Reference Services Quarterly 4:43-9 N2 1995
William E. Studwell: Adolphe Adam and Leo Delibes. A Guide to Research - Garland Composer Resource Manual, New York: Garland Pub, 1987., x, 248 p.
Andrew Lamb: Garrett pulls it off with style, Classic Cd N58:56 Feb 1995
Francis Claudon: Dictionnaire de l'opéra-comique français, Paris: Peter Lang, 1995, 531 p., ISBN 978-3906753423
I. Fox: Ireland : Padmore's goodbye gifts, Opera (England) 45:341-2 Mar 1994
C. O'Riley: Viens, Mallika, Piano & Keyboard N166:32-5 Jan-Feb 1994
Leighton Kerner: Music Igor beavers, Village Voice: 39:86 Oct 4 1994
Wolfgang Suppan, Armin Suppan: Das Neue Lexikon des Blasmusikwesens, 4. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1994, ISBN 3-923058-07-1
Wolfgang Suppan: Das neue Lexikon des Blasmusikwesens, 3. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1988, ISBN 3-923058-04-7
Wolfgang Suppan: Lexikon des Blasmusikwesens, 2. eränzte und erweiterte Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Fritz Schulz, 1976
L. Zamponi: Alchimie und Tanz : Susanne Kirnbauer inszenierte Delibes' Coppelia, Österreichische Musikzeitschrift 48:50 Jan 1993
Martial Leroux: Histories musicales des Hauts-de-Seine, 1993, 490 p.
Franco Rossi, Michele Girardi: Indice Dei Nomi, in: Il teatro la Fenici : chronologia degli spettacoli 1792-1936, Venezia: Albrizzi Editore, 1989, 491 p., ISBN 88 7837 007 X
M. Weber: Attraktive Puppenfräuleins : Susanne Kirnbauer choreographiert Coppelia an der Wiener Volksoper, Bühne, Dec 1992, p. 50
Bertrand Pouradier Duteil: Les musiciens et les Hauts-de-Seine, Sogemo, 1991, 159 p.
E. Johnson: Gounod or Delibes? - authorship of the ballet music in Faust, Opera (England) 42:276 Mar 1991
Paul E. Bierley, William H. Rehrig: The heritage encyclopedia of band music : composers and their music, Westerville, Ohio: Integrity Press, 1991, ISBN 0-918048-08-7
Ulrich Schreiber: Opernführer für Fortgeschrittene eine Geschichte des Musiketheaters; das 19. Jahrhundert, Basel: Bärenreiter Kassel, 1991, 974 p.
Piero Santi: Repertorio di musica sinfonica - Gli autori, le composizioni dal Seicento a oggi, Ricordi, 2001, 1060 p., ISBN 978-8-809-02255-3
Franco Mannino, Giuseppe Triggiani: Il melodramma nel mondo 1597-1987, Bari: Levante Editori-Bari, 1988, 378 p.
Lamberto Trezzini: Indice Dei Nomi, in: Due secoli di vita musicale storia del teatro comunale di Bologna, Seconda edizione, Nuova Alfa Editoriale, 1987, 362 p., ISBN 978-8877790026
Mária Kerényi: A Lakmé Debrecenben, Muzsika 30:29-30 May 1987
Norman E. Smith: March music notes, Lake Charles, La.: Program Note Press, 1986, ISBN 978-0-9617346-1-9
Norman E. Smith: Band music notes, Revised edition, San Diego, California: Niel A. Kjos, Jr., 1979, 299 p., ISBN 978-0849754012
Sven G. Winquist: Musik i svenska ljudfilmer 1950-1959, Stockholm: Svensk Musik, 1985, 194 p., ISBN 978-9185470235
Richard Traubner: Operetta : a theatrical history, London: Victor Gollancz Ltd., 1984
Walter Salmen, Gabriele Busch-Salmen: Musiker im Porträt, München: C. H. Beck, 1982-1984, 5 Bände p. (I. "Von der Spätantike bis 1600", 1982., 200 S.: ISBN 3-406-08450-8; II. "Das 17. Jahrhundert", 1983., 184 S.: ISBN 3-406-08451-6; III. "Das 18. Jahrhundert", 1983., 186 S.: ISBN 3-406-08452-4; IV. "Das 19. Jahrhundert", 1983., 187 S.: ISBN 3-406-08453-2; V. "Das 20. Jahrhundert", 1984., 191 S.: ISBN 3-406-08454-0)
Spire Pitou: The Paris opera. - An encyclopedia of operas, ballets, composers, and performers; growth and grandeur, 1815-1914, New York: Greenwood Press, 1990, 1608 p., ISBN 978-0-313-26218-0
Spire Pitou: The Paris Opera: An Encyclopedia of Operas, Ballets, Composers, and Performers; Growth and Grandeur, 1815-1914; A-L, New York: Greenwood Press, 1990, 816 p., ISBN 978-0-313-27782-5
Spire Pitou: The Paris Opera: An Encyclopedia of Operas, Ballets, Composers, and Performers; Growth and Grandeur, 1815-1914; M-Z, New York: Greenwood Press, 1990, 768 p., ISBN 978-0-313-27783-2
Christian Doumet, Claude Pincet: Les musiciens français (Reliure inconnue), Rennes: Editions Ouest-France (1 février 1982), 438 p., ISBN 978-2-858-82420-5
Margie Viola Boston: An essay on the life and works of Léo Delibes, Iowa (Iowa City). 1981. dissertation.
Dietmar Fritzsche: Ballett-Premiere Don Parasol an der Komischen Oper Berlin, Musik und Gesellschaft 31:627-9 Oct 1981
J.R. Turner: Nineteenth-century autograph music manuscripts in the Pierpont Morgan Library. A check list, 19th Century Music 4:54 N1 1980
H. Earle Johnson: First performances in America to 1900 : works with orchestra, Detroit: Information Coordinators, 1979, 446 p.
Franz Stieger: Opernlexikon - Teil II: Komponisten. 1, Band A-F, Tutzing: Hans Schneider, 1975-1983, 371 p., ISBN 3-7952-0203-5
Franz Stieger: Opernlexikon - Teil II: Komponisten. 2, Band G-M, Tutzing: Hans Schneider, 1975-1983, 373-772 p., ISBN 3-7952-0228-0
Brigitte Labat-Poussin, Jean Favier: Personnels des Theatres (Table), in: Archives du Théâtre national de l'Opéra. (AJ13 1 à 1466), Inventaire, Paris: Archives Nationales, 1977, 677 p.
Gösta Morin, Carl-Allan Moberg, Einar Sundström: Sohlmans musiklexikon - 2. rev. och utvidgade uppl., Stockholm: Sohlman Förlag, 1975-1979, 5 v.
Jose Bruyr: L'operette des musiciens, in: L'operette, Paris: Presses Universitaires de France, 1974, 26 p.
Marc Honneger: Dictionnaire de la musique, Paris: Bordas, 1970-76
Frits Noske: French song from Berlioz to Duparc - The origin and development of the melodie, New York: Dover Publications, Inc., 1970
Martin Hurlimann, Ernst Roth: Composers' autographs, Vol. 2: from Schubert to Stravinsky, London: Cassell, 1968, 181 p.
C.W. Best: Mr. and Mrs C.W. Best collection of autographs in the Mary M. Vial Music Library of the Oberlin College Conservatory of Music, Oberlin, Ohio: Oberlin College Library, 1967, 55 p.
Gunter Pussiger: Der große Heyne-Opernführer, München: Wilhelm Heyne Verlag, 1967