Lijst van bisschoppen en aartsbisschoppen van UtrechtDit is een lijst van bisschoppen en aartsbisschoppen van Utrecht. AchtergrondOver de eerste bisschoppen van het aartsbisdom Utrecht bestaat weinig zekerheid. Willibrord zetelde te Utrecht als aartsbisschop der Friezen, maar een georganiseerd bisdom Utrecht schijnt pas sinds Alberik I (circa 776) te hebben bestaan. In 795 werd het bisdom Utrecht een suffragaan bisdom van het aartsbisdom Keulen, en daarmee was de kerkelijke indeling van de Noordelijke Nederlanden voor eeuwen vastgelegd. Vanaf de 8e eeuw kregen de bisschoppen van Utrecht steeds meer wereldlijke macht, doordat zij gebieden in leen kregen van de Duitse keizer. In 1024 verwierf Adelbold II de grafelijke rechten over Drenthe, waardoor de bisschoppen vorsten werden binnen het Heilige Roomse Rijk, ook wel prins-bisschoppen genoemd (al is de titel 'prins-bisschop' niet gebruikelijk in de Utrechtse geschiedschrijving). Hun wereldlijke gebied, het Sticht Utrecht, viel uiteindelijk grofweg samen met de huidige provincies Utrecht, Overijssel en Drenthe. Van 1423 tot 1448 deed zich het Utrechts Schisma voor, waardoor er feitelijk twee bisschoppen tegelijk waren. In 1528 werd het bisdom geseculariseerd, toen bisschop Hendrik van Beieren de wereldlijke macht moest afstaan aan keizer Karel V. Dit betekende het einde van het Sticht. Bij de kerkelijke hervorming van 1559 werd Utrecht tot aartsbisdom verheven, met als suffragaan bisdommen Deventer, Haarlem, Leeuwarden, Groningen en Middelburg. Na de dood van aartsbisschop Frederik Schenck van Toutenburg in 1580 en het verbod op uitoefening van het katholieke geloof, stelden de Spanjaarden nog wel twee nieuwe aartsbisschoppen aan, maar deze leefden in ballingschap. Vanaf 1602 werd het gebied van het aartsbisdom Utrecht bestuurd door een apostolisch vicaris als hoofd van de Hollandse Zending; deze werd meestal ook tot aartsbisschop in partibus infidelium benoemd. Sinds het oudkatholieke schisma van 1723 heeft Utrecht een oudkatholieke aartsbisschop.[1] Er werd vanaf dat jaar geen apostolisch vicaris meer benoemd; als vicesuperior van de Hollandse zending werd de nuntius in Brussel aangesteld, vanaf 1829 de internuntius in Den Haag. Over de eerste Utrechtse kerkjes die als kathedraal dienstdeden bestaat weinig zekerheid. Vanaf de 10e eeuw tot aan de Reformatie zetelden de Utrechtse bisschoppen in de Dom, die gewijd was aan Sint-Maarten. De residentie van de bisschop was het Bisschopshof, gelegen ten zuiden van de Domtoren op de hoek van de Donkere Gaard en het Wed. Dit stadspaleis werd in 1803 verkocht voor afbraak. De huidige rooms-katholieke aartsbisschop zetelt sinds 1853 in de Sint-Catharinakathedraal. Zijn ambtswoning is sinds 1898 het pand Maliebaan 40. ToelichtingEen definitieve lijst van alle bisschoppen van Utrecht is onmogelijk samen te stellen omdat er veel onzekerheden en meningsverschillen bestaan over omstandigheden, personen en data. Onderstaande tabel probeert een volledig overzicht te geven van alle bekende personen die aanspraak konden maken op de Utrechtse bisschopszetel of die in de loop van de geschiedenis beschouwd zijn als bisschop van Utrecht. Daarnaast zijn de geestelijken opgenomen die het bestuur over het grondgebied van het Utrechtse bisdom waarnamen in tijden waarin het bisdom de facto niet bestond, zoals de eeuwen tussen de Hervorming en het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie. De eerste kolom geeft als leidraad de officiële telling van Utrechtse (aarts)bisschoppen aan zoals die in de late middeleeuwen voor het eerst is vastgesteld en sindsdien is voortgezet. Hierbij moet worden aangemerkt dat verschillende vroege bisschoppen hypothetisch zijn; bovendien zijn in de telling ook geestelijken opgenomen die strikt genomen geen bisschop van Utrecht waren (Willibrord, Bonifatius en Gregorius). Zij werden beschouwd als 'leiders van de Utrechtse kerk' in de tijd dat er van een gevestigd bisdom Utrecht nog geen sprake was. De officiële lijst is aangevuld met geestelijken die bijvoorbeeld wel door de kapittels tot bisschop gekozen zijn maar niet door de paus benoemd, of wel door de paus benoemd maar niet in functie getreden. Grondleggers
Bisschoppen
Bisschoppen met wereldlijke macht (prins-bisschoppen)
Bisschoppen
Aartsbisschoppen
Oud-katholieke aartsbisschoppenZie de Lijst van aartsbisschoppen van Utrecht in de oudkatholieke traditie vanaf 1561. Hollandse ZendingZie de Lijst van apostolisch vicarissen en vicesuperiores van de Hollandse Zending. (Rooms-katholieke) aartsbisschoppen
Zie ook
Bronnen, noten en/of referenties
|