Psalter van Jean de BerryHet psalter van Jean de Berry is een psalter uit het laatste kwart van de 14e eeuw. Het werd verlucht door André Beauneveu, de Pseudo-Jacquemart en Jacquemart de Hesdin tussen 1380 en 1400. Het wordt bewaard in de BnF onder het nummer Français 13091. BeschrijvingHet handschrift bevat 272 perkamenten folia van 250 × 175 mm. Uit de custoden[1] blijkt dat het eigenlijke psalter van folium 31 recto tot folium 272 verso bestaat uit 29 katernen van telkens 4 dubbelbladen, hetzij 8 folia en een laatste katern van 10 folia. Vooraan zijn er twee schutbladen in perkament en vier in papier, achteraan zijn er 8 lege folia waarvan eveneens vier uit papier. Voor het eerste gedeelte van het handschrift kan het aantal katernen niet afgeleid worden uit de custoden maar in analogie naar het psalter gedeelte gaat het waarschijnlijk om 3 katernen van 8 folia. Het psalter is geschreven in twee kolommen van 22 lijnen, links in het Latijn en rechts in het Middelfrans. Het tekstblok is 150 x 102 mm groot, het luxueuze formaat getuigt volgens de BnF van een prinselijke opdrachtgever. De tekst is geschreven met zwarte inkt in een gotische textura formata. De litanie is volledig in het Latijn en heeft geen Franse vertaling. Het eigenlijke psalter wordt voorafgegaan door 12 groepen van twee miniaturen die telkens op de verso zijde en recto zijde tegenover elkaar staan. De folia zijn aan de achterzijde van de miniatuur blanco gelaten. Deze miniaturen zijn bijna paginagroot (18 van de 22 lijnen) en worden gevolgd door een tekst geschreven in goudinkt. Aan de verso zijde wordt er telkens een profeet uit het Oude Testament afgebeeld met in de tekst de tekst van zijn profetie. Tegenover de profeten vinden we de twaalf apostelen uit het Nieuwe Testament met telkens een zin uit de geloofsbelijdenis van de apostelen. Deze 24 miniaturen zijn allemaal in semigrisaille en zouden van de hand van André Beauneveu zijn. In het eigenlijke psalter zijn er nog er nog acht grote miniaturen, zes van de hand van de zogenoemde Pseudo-Jacquemart (f31r -16l[2], f63r-17l, f85r-17l, f153r-17l, f177r-17l en f201r-17l) en 2 van de hand van Jacquemart de Hesdin (f106r-18l en f127r-16l). GeschiedenisVolgens Léopold Delisle werd het boek besteld door de hertog of was het alleszins van bij het begin voor hem bestemd. De litanie op folium 270 verso bevat de heiligen die typisch zijn voor Bourges zoals Guillermus, Vursine, Ausregilise, Sulpicius etc. Op folium 1 verso vinden we de ex-libris van Jean de France, duc de Berry geschreven door zijn secretaris Jean Flamel, met de volgende tekst “Ce psautier qui est en latin et en françois est a Jehan, filz de roy de France, duc de Berry et d’Auvergne, conte de Poitou, d’Estampes, de Bouloingne et d’Auvergne”.[3] Op f272v vinden we onderaan de handtekening van de hertog zelf. Het handschrift werd in 1402 voor het eerst vermeld in een inventaris van de hertog opgesteld door Guillaume de Ruilly, die specifiek André Beauneveu noemde als de verluchter: “Item un psautier escript en latin et françois, tres richement enluminé, ou il a pluseurs ystoires de la main maistre André Beaunepveu, couvert d’un velluaul vermeil, a deux fremouers d’or esmaillez aus armes de monseigneur”.[4][5] Ook in de inventaris die door Jean Lebourne werd opgesteld na het overlijden van de hertog in 1416 wordt het handschrift in gelijkaardige bewoording omschreven[6] de waarde werd toen geschat op 100 “livre Tournois”. Het handschrift verdwijnt spoorloos maar duikt in de 18e eeuw terug op en is dan in het bezit van een zekere R. Pelée die zijn naam op het achterste schutblad schrijft. In de loop van de 18e eeuw komt het handschrift in de Koninklijke bibliotheek terecht, zoals blijkt uit de stempel op f7r, die later zal opgaan in de Bibliothèque nationale. InhoudHet psalter bevat naast het eigenlijke psalmboek het Credo van de apostelen, de kantieken en de litanie. Een kalender en het officie van de doden, die dikwijls in psalmboeken voorkomen, ontbreken. Credo van de apostelen en profeten
PsalterHet psalter volgt strikt de volgorde van de psalmen in de Vulgaat. Het is door bijna volblad miniaturen onderverdeeld in 8 onderdelen. De miniaturen bevinden zich voor de psalmen 1, 26, 38, 52, 68, 80, 97 en 109. Dit is de liturgische of achtvoudige verdeling, zo genoemd omdat het in die verdeling was dat de psalmen gezongen werden door de seculiere geestelijkheid in de kathedralen en kapittelkerken. De psalmen werden op die manier ingedeeld om ze te bidden bij de metten op de weekdagen (1, 26, 38, 52, 68, 80 en 97) en bij de vespers (109) op zondagen. f31r: Psalter deel 1: Ingeleid met een miniatuur van 16 lijnen hoog. De miniatuur toont koning David spelend op de harp. De tekst van de psalm begint met een initiaal van 4 lijnen hoog. Deze sectie bevat de psalmen 1 – 25 (nummering volgens de Vulgaat). Elke psalm begint met een versierde initiaal van 3 lijnen hoog, de versalen zijn versierde initialen van één lijn hoog. Hierop is één uitzondering, op folium 50 verso is de beginletter van vers 26 van psalm 17, 3 lijnen hoog. Voor inhoudslijst zie de onderstaande tabel.
f62r: Psalter deel 2: Ingeleid met een miniatuur van 16 lijnen hoog. De miniatuur toont koning David, wijzend op zijn ogen ter illustratie van de psalmtekst van psalm 26: “De Heer is mijn licht …”. De tekst van de psalm begint met een initiaal van 6 lijnen hoog. Deze sectie bevat de psalmen 26 - 37. Voor inhoudslijst zie de onderstaande tabel.
f85r: Psalter deel 3: Ingeleid met een miniatuur van 17 lijnen hoog. De miniatuur toont koning David, wijzend op zijn mond ter illustratie van de psalmtekst van psalm 38: “Ik heb gezegd …”. De tekst van de psalm begint met een initiaal van 4 lijnen hoog. Deze sectie bevat de psalmen 38 - 51. Voor inhoudslijst zie de onderstaande tabel.
f106r: Psalter deel 4: Ingeleid met een miniatuur van 18 lijnen hoog. De miniatuur is algemeen bekend als “le fou” (de gek). Ook hier is de afbeelding gekozen als letterlijke illustratie van de psalmtekst van psalm 52: “De onwijze heeft gezegd …”. De tekst van de psalm begint met een initiaal van 4 lijnen hoog. Deze sectie bevat de psalmen 52 - 67. Voor inhoudslijst zie de onderstaande tabel.
f127r: Psalter deel 5: Ingeleid met een miniatuur van 16 lijnen hoog. De miniatuur toont koning David die gered wordt uit het water. Ook hier is de afbeelding gekozen als letterlijke illustratie van de psalmtekst van psalm 68 waarin de psalmist vraagt aan God om hem te redden uit de diepten der zee. De tekst van de psalm begint met een initiaal van 4 lijnen hoog. Deze sectie bevat de psalmen 68 - 79. Voor inhoudslijst zie de onderstaande tabel.
f153r: Psalter deel 6: Ingeleid met een miniatuur van 17 lijnen hoog. De miniatuur toont koning David die aan het musiceren is. Ook hier is de afbeelding gekozen als letterlijke illustratie van de psalmtekst van psalm 80: “”Looft met vreugde de heer, zing vrolijk tot de God van Jacob”. De tekst van de psalm begint met een initiaal van 4 lijnen hoog. Deze sectie bevat de psalmen 80 - 96. Voor inhoudslijst zie de onderstaande tabel.
f177r: Psalter deel 7: Ingeleid met een miniatuur van 17 lijnen hoog. De miniatuur drie zangers voor een lessenaar die zingen tot God in de hemel die afgebeeld is in de rechterbovenhoek. De miniatuur illustreert de tekst van psalm 97: “Zingt een nieuw lied voor God de Heer”. De tekst van de psalm begint met een initiaal van 4 lijnen hoog. Deze sectie bevat de psalmen 97 - 108. Voor inhoudslijst zie de onderstaande tabel.
f201r: Psalter deel 8: Ingeleid met een miniatuur van 17 lijnen hoog. De miniatuur toont de Drie-eenheid met de Vader en de Zoon gezeten op een troon en de Heilige Geest in de vorm van een duif in het midden. De miniatuur illustreert de tekst van psalm 109: “Zingt een nieuw lied voor God de Heer”. De tekst van de psalm begint met een initiaal van 4 lijnen hoog. Deze sectie bevat de psalmen 109 - 150. Voor inhoudslijst zie de onderstaande tabel.
KantiekenHet psalter wordt gevolgd door de kantieken die eveneens tijdens het koorgebed worden gezongen of gebeden. In het psalter van Jean de Berry ontbreken een aantal kantieken die normaal in elk psalter voorkomen namelijk de Simeonszang (Lucas 1:29-32) en het Magnificat (Lucas 1:46-55). De kantieken die wel opgenomen zijn in het handschrift zijn de kantieken die gezongen of gereciteerd worden tijdens de lauden van maandag tot zondag. De Zacharias-zang werd dagelijks bij de lauden gereciteerd en het Te Deum werd gezongen tijdens de metten op zon- en feestdagen en de Geloofsbelijdenis van Athanasius werd gelezen bij de priem op zondag. De beginletter van de kantieken is telkens een initiaal van 3 lijnen hoog, maar er is geen miniatuur die de kantieken inleidt.
LitanieHet psalter wordt afgesloten met een Litanie van alle Heiligen. Begin- en eindgebed worden aangekondigd met een versierde initiaal van 3 lijnen hoog.
VerluchtingDe eerste psalm van elke groep van psalmen wordt aangekondigd door een grote miniatuur en de begininitiaal is versierd en 4 tot 6 lijnen hoog. Voor de andere psalmen hebben de verluchters zeer consequent versierde initialen van 3 lijnen hoog gebruikt. De versalen[7] zijn één lijn hoog. Elke onvolledige lijn wordt opgevuld met een lijnvuller, een balkje versierd met geometrische motieven. De beginletter van de psalm loopt altijd uit in een staaf in de marge waaruit twijgjes en blaadjes ontspruiten. De folia die geen beginletter bevatten hebben ook geen margeversiering. Het credo in het begin van het handschrift werd verlucht door André Beauneveu. Deze Vlaamse beeldhouwer had gewerkt voor de graaf van Vlaanderen, Lodewijk van Male, voor de koning Karel V van Frankrijk en vanaf 1386 voor diens broer hertog Jean de Berry. De miniaturen in het psalter van Jean de Berry zijn het enige werk (wat miniaturen betreft) dat wij van hem kennen[8] De stijl duidt op zijn werk als beeldhouwer. De figuren zijn zeer plastisch voorgesteld en de miniatuur komt monumentaal over, het gebruik van het perspectief is eerder pover. De tweede artiest die aan het handschrift meewerkte is gekend onder de noodnaam van Pseudo-Jacquemart. Dezelfde artiest was ook al betrokken bij het eerste getijdenboek dat Jean de Berry bestelde: de Petites heures. Hij kreeg die noodnaam omdat zijn werk dikwijls moeilijk te onderscheiden was van het werk van Jacquemart de Hesdin, de derde kunstenaar die aan het psalter een bijdrage leverde. WeblinksBronnen Referenties
|