Het station beschikt over 3 perronsporen, waarvan voornamelijk spoor 1 (richting Mechelen) en spoor 2 (richting Dendermonde-Gent) gebruikt worden. Tot eind 2012 konden de perrons enkel onder begeleiding van het NMBS-personeel betreden worden. Nu dienen reizigers gebruik te maken van de openbare spoorwegovergang. In 2015 zijn er langs de persoonsoverweg van spoor 3 automatische slagbomen geplaatst waardoor het spoor weer toegankelijk werd voor treinen. Echter wordt het spoor enkel in uitzonderlijke situaties gebruikt waarbij spoor 1 en 2 niet toegankelijk zijn. Het spoor kan ook opnieuw gebruikt worden voor persoonstreinen.
Stationsgebouw en voorzieningen
Sinds 2008 beschikt het station tevens over een "Fietspunt".
Vanaf 1 juli 2015 sluiten de loketten van dit station en wordt het een stopplaats. Voor de aankoop van allerlei vervoerbewijzen kan men bij voorkeur terecht aan de biljettenautomaat die ter beschikking staat, of via andere verkoopkanalen. Tegen de sluiting was er heel wat kritiek. In januari 2016 werd de wachtzaal opnieuw opengesteld.[2]
Buurtspoorwegen
Naast het station bevindt zich ook een busstelplaats van De Lijn, die in 2014 volledig vernieuwd werd.[3]
Dit was een vroegere tramstelplaats van de buurtspoorwegen. Tot 4 oktober 1968 heeft de elektrische buurtspoorwegtram, lijn L, Londerzeel station als eindpunt. Ten behoeve van de verbinding met de expoterreinen aan de Heizel waren er drie rails aangelegd tussen Londerzeel en Heizel zodat normaalsporige goederenwagens het terrein konden bereiken. Deze derde rail is er alleen in dienst geweest van april 1937 tot maart 1943.
Toekomstige locatie
In het kader van een Hoppinpunt aan de Sneltram A12, wordt binnen het RUP ruimte voorzien om perrons te bouwen, zodat de treinhalte verplaatst zou kunnen worden naar dezelfde locatie als de tramhalte, om een vlotte overstap mogelijk te maken. Mocht dit gebeuren, zou station Londerzeel vlak bij het voormalige station Londerzeel-Oost komen te liggen.
↑De bron voor de gegevens is NMBS – Reizigerstellingen. De tellingen worden meestal uitgevoerd in de maand oktober: gedurende 9 opeenvolgende dagen (5 werkdagen en de 2 omliggende weekends) worden dan door het stations- en treinbegeleidingspersoneel visuele tellingen verricht. De methode bestaat erin het aantal in- en uitstappende reizigers te tellen in alle stations en stopplaatsen en dit voor alle treinen van het binnenlands verkeer. Het getal naast het kopje 'weekdag' slaat op het gemiddeld aantal opstappende (dus niet het aantal afstappende) reizigers op een weekdag (maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag opgeteld gedeeld door vijf), zaterdag en zondag staan apart vermeld. De cijfers geven een indicatie en hebben een foutenmarge, die in sommige gevallen aanzienlijk kan zijn.
↑De bron voor de gegevens zijn de jaarlijks door de NMBS in oktober uitgevoerde reizigerstellingen. Stationspersoneel en treinbegeleiders tellen dan visueel gedurende negen opeenvolgende dagen (vijf werkdagen en de twee aansluitende weekends) in alle stations en stopplaatsen het aantal instappende reizigers en dit voor alle binnenlandse treinen. De groene balk geeft het gemiddeld aantal opstappende (dus niet het aantal afstappende) reizigers weer op een weekdag (maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag opgeteld en gedeeld door vijf). Zaterdag wordt weergegeven door de blauwe en zondag door de rode balk. De cijfers geven een indicatie en hebben een foutenmarge, die in sommige gevallen aanzienlijk kan zijn. In 2008, 2010, 2011 en 2021 (corona) werden geen tellingen uitgevoerd. De gegevens zijn online raadpleegbaar, zoekterm Reizigerstellingen