In de zwemsport geldt de wisselslag als het fysiek zwaarste onderdeel vanwege de vele tempo- en ritmewisselingen die een zwemmer of zwemster in het water moet ondergaan; de zwemslag is een combinatie van de vier bestaande zwemslagen en wordt uitgevoerd in de volgende vaststaande volgorde: vlinder-, rug-, school- en vrije slag (bij estafette wordt in de volgorde rug-, school-vlinder- en vrije slag gezwommen).
Op de langebaan (50 meter) kent het nummer twee afstanden: de 200 meter en de 400 meter. Op de kortebaan (25 meter) daarentegen telt de wisselslag drie afstanden: 100 meter, 200 meter en 400 meter. Het onderdeel wordt ook in estafettevorm gezwommen: de 4×100 meter wisselslag, waarbij de volgorde als volgt is: rugslag, schoolslag, vlinderslag en vrije slag (borstcrawl). Op de kortebaan heeft het zwemmen ook de 4×50 meter wisselslag.
Bijgaand een citaat uit het grotendeels aan Wouda gewijde boek De Macht van Water van NRC Handelsblad-journalist Mark Hoogstad: 'Op de wisselslag komt het echter niet alleen aan op het beheersen van alle zwemslagen. Vooral tactisch inzicht blijkt, zoals Wouda spoedig bemerkt, van groot, om niet te zeggen, doorslaggevend belang, zeker op de 400 meter. Wie te snel of te ondoordacht van start gaat, graaft zijn eigen graf, zo wil een ongeschreven wet in het zwemmen. Vaker dan hem lief is krijgt Wouda die wijze les ingepeperd.'
De Macht van Water, Marcel Wouda en de opkomst van het Nederlandse zwemmen, Mark Hoogstad, 271 pagina's, Uitgeverij Prometheus/NRC Handelsblad (2001) ISBN 90-446-0068-0