Bergen op Zoom Zie Bergen op Zoom (doorverwijspagina) voor andere betekenissen van Bergen op Zoom.
Bergen op Zoom (ⓘ; Bergs: Bèrrege, Frans: Berg-op-Zoom, Zeeuws: Berrehe op Zoôm, in Vlaanderen gespeld als Bergen-op-Zoom) is een stad[2] in de Nederlandse provincie Noord-Brabant en de hoofdplaats van de gemeente Bergen op Zoom. Deze gemeente telt 70.000 inwoners op 25 juli 2024 en is daarmee in grootte de negende gemeente van Noord-Brabant en de 55ste gemeente van Nederland. ToponymieDe naam Bergen op Zoom kent een aantal verklaringen, waaronder die van bergen als haven of verwijzend naar de hoogteverschillen door de ligging op de Brabantse Wal, en het woord Zoom als de rand van de Brabantse Wal, dan wel afkomstig van het woord soma, dat moeras betekent. Met het - later gegraven - vaartje De Zoom heeft de naam niets te maken. Op schrift wordt de naam soms informeel afgekort tot BoZ. LiggingDe stad Bergen op Zoom ligt in het uiterste westen van Noord-Brabant, tegen de oostelijke rand van de provincie Zeeland. De stad is gelegen op en naast de Brabantse Wal. Aldus ligt het naast de overgang tussen twee verschillende landschappen. Naar het westen toe is er een polderlandschap en de Oosterschelde, naar het oosten toe is er een zandrug waarop een reeks van landgoederen en natuurgebieden liggen. Verder loopt de Zoom ten noorden van de binnenstad en bereikt even later in de Theodorushaven het open water. Ten westen van Bergen op Zoom vindt men natuurgebieden als het Markiezaatsmeer, de Molenplaat en de Prinsesseplaat, alsmede het open water van de Binnenschelde. De aanleg van Markiezaatskade en Oesterdam heeft ervoor gezorgd dat het water is verzoet en dat ook de getijdenwerking is verdwenen. Ten noorden ligt het dorp Halsteren met Lepelstraat dat sinds 1997 onder de gemeente Bergen op Zoom valt. Aan de noordwestrand van het dorp Halsteren ligt de Auvergnepolder met het Lange Water, een kreekrestant. Aan de overkant van het Schelde-Rijnkanaal , ten noordwesten van Halsteren en Lepelstraat, bevindt zich het Zeeuwse eiland Tholen. Naar het zuiden toe vindt men de Augustapolder en, op het grondgebied van de gemeente Woensdrecht, landgoed Mattemburgh. Ten oosten van de stad en de rijksweg 58 zijn er de landgoederen en natuurgebieden Groot Molenbeek, Zurenhoek en omgeving, Molenzicht, Lievensberg, Zoomland en Buitenlust. GeschiedenisOntstaan en ontwikkelingIn de Romeinse tijd bevond zich ter hoogte van de huidige Sint-Gertrudiskerk een offerplaats waarvan een groot aantal mini-amforen is teruggevonden. De amforen waren gemaakt van Bergs aardewerk. Ook zijn er Romeinse munten, een Keltische zegelring en een beeld teruggevonden van de Keltische god Sucellus. Mogelijk heeft daarbij op de plaats van deze kerk een tempel gestaan.[3] De stad is ontstaan op een zandrug in een veengebied dat naar het westen overging in de Scheldedelta. Het veengebied ten oosten van de zandrug werd in het begin van de 13e eeuw ontgonnen. Ter ontwatering doorgroef men de zandrug met een kanaaltje, de Grebbe genaamd, dat door het stadsgebied ter hoogte van de huidige Korenmarkt liep tot aan de Haven. Ter plaatse van de huidige Markt kwam een aantal landwegen samen: de huidige Steenbergsestraat/Fortuinstraat, de Wouwsestraat/Zuivelstraat en de Korte Bosstraat/Hoogstraat. Aldus ontwikkelde zich de stad, die voor de hertog van Brabant van belang was als vooruitgeschoven bastion tegen de expansie van het graafschap Zeeland en het graafschap Holland. De stad Bergen op Zoom maakte aanvankelijk deel uit van het Land van Breda en werd dus tot die tijd bestuurd door de heer van Breda. Toen heer Arnoud van Leuven in 1287 overleed werd het land van Breda gesplitst in twee afzonderlijke heerlijkheden. Deze splitsing kwam voort uit het erfrecht en de verdeling tussen de nakomelingen van twee dochters van Godfried III van Schoten, zie bij de baronie Breda. Aldus ontstond het Land van Bergen op Zoom, met de stad Bergen op Zoom als kern. In 1533 werd deze heerlijkheid verheven tot een markgraafschap (markiezaat), waarmee deze formeel een hogere rang verwierf dan de baronie van Breda. Haar feitelijk belang werd daarmee echter niet groter. Kerkrechtelijk behoorde Bergen tot het bisdom Luik; twee telgen van het geslacht Van Bergen brachten het tot prins-bisschop van Luik: Cornelis van Bergen en Robert II van Bergen. De leden van het geslacht Van Glymes vervulden diplomatieke functies, en fungeerden tevens als heren en markiezen van Bergen op Zoom. In 1801 werd het markiezaat Bergen op Zoom aangekocht door de Bataafse Republiek en verloor het al zijn rechten. HandelsstadTussen 1198 en 1212 kreeg Bergen op Zoom stadsrechten. Wanneer de stad deze precies heeft verworven, is onduidelijk omdat de stadsarchieven bij een grote stadsbrand in 1397 verloren zijn gegaan. Omdat de oudste (indirecte) verwijzing naar Bergen op Zoom als stad uit 1213 stamt, bestaat het vermoeden dat stadsrechten al aan het begin van de 13e eeuw verkregen zijn. De stadsbrand van 1397 verwoestte bijna de hele stad.
Het betrof twee huizen, De Olifant en De Draeck, aan de Grote Markt. Het huidige Hotel de Draak, aan de Grote Markt 38, is gevestigd in een pand uit 1500 dat het resultaat is van een ingrijpende verbouwing. De met tongewelven overdekte kelders stammen nog uit het 14e-eeuwse pand. De Olifant, ter rechterzijde grenzend aan De Draak, was een poortgebouw over de Sint-Annastraat en werd in 1544 aangekocht en bij het Stadhuis van Bergen op Zoom gevoegd. De eerst bekende ommuring van de stad werd van 1330-1335 gebouwd. De ommuring had een ronde vorm die nog terug te vinden is in de loop van de huidige Westersingel, Noordsingel, Van de Rijstraat, St.-Josephstraat, Kloosterstraat, en Koepelstraat. Er waren vier stadspoorten, waarvan uiteindelijk slechts de Lievevrouwepoort werd bewaard, omdat deze als gevangenpoort dienstdeed. Op 7 mei 1397 brandde de stad bijna geheel af. De eind 14e eeuw ten noorden van de Grebbe aangelegde Nieuwe Markt (het huidige Sint-Catharinaplein) kreeg omstreeks 1400 de functie van vismarkt. De Grebbe raakte geleidelijk aan steeds meer overkluisd. In 1444 legde een brand opnieuw een groot deel van Bergen op Zoom in de as. In 1482 kwam de Korenmarkt tot stand, gevolgd door straten als Roskamstraat en Lindebaan. Buiten de muren, ten westen van de binnenstad, ontstond het Havenkwartier. Van 1484-1491 werd het havenkwartier omwald. Van 1505-1508 werd een muur aan de westzijde gebouwd, voorzien van drie poorten: twee stadspoorten (de St.-Nicolaas- of Houtpoort en de Water- of Hampoort) en een waterpoort (de St.-Jacobspoort).[4] Hierdoor verloor de Lievevrouwepoort haar verdedigingsfunctie, maar ze bleef als gevangenis in gebruik. De stad op de grens van het graafschap Zeeland, het graafschap Vlaanderen en het hertogdom Brabant ontwikkelde zich tot een belangrijke handelsstad en kende laken- en aardewerknijverheid. De huidige Oosterschelde was toen de Scheldemond en daarmee de toegang tot Antwerpen. De toegang tot Bergen op Zoom was echter niet eenvoudig: eerst moest men door een bochtige kreek varen, om uiteindelijk bij de gegraven Oude Haven uit te komen. Via de Lievevrouwestraat kon van daaruit de Markt worden bereikt. Vanaf midden 14e eeuw werden er jaarlijks twee jaarmarkten gehouden, waarop Engels laken, wol en meekrap werden verhandeld. Op de Paasmarkt sloot in Antwerpen de Pinkstermarkt aan terwijl de Koudemarkt volgde op de Bamismarkt, die daar vanaf eind augustus (beide duurden zes weken) plaatsvond. Zo profiteerde de stad van de internationale status van de Antwerpse markten.[5] GarnizoensstadVanaf 1530 verminderde het belang van Bergen op Zoom als handelsstad. In dat jaar vond de Sint-Felixvloed plaats en hierna begon de Oosterschelde te verzanden en werd de Westerschelde geleidelijk de belangrijkste toegangsweg naar Antwerpen. Hierbij kwamen de troebelen van de Tachtigjarige Oorlog. In 1580 vond de zogenaamde Soldatenfurie plaats, waarbij veel kerkelijk bezit werd vernield door de Staatsgezinden. Bergen op Zoom nam een strategische positie in op de grens van noord en zuid, en toen Parma in 1588 vanuit het zuiden oprukte, trachtte hij de stad in te nemen door middel van het Beleg van Bergen op Zoom. Dit beleg werd uiteindelijk afgeslagen. Om bij herhaling van een beleg goed voorbereid te zijn, werden versterkingen aangelegd door Adriaen Anthonisz en David van Orliëns. Inderdaad belegerden de Spanjaarden, nu onder leiding van Spinola, in 1622 de stad opnieuw. Dit hernieuwde Beleg van Bergen op Zoom kon worden weerstaan door de bevoorrading vanuit de zee aan de westkant en door de militaire inzet van de Schotse Brigade. Het lied Merck toch hoe sterck van Adriaen Valerius is op dit beleg gebaseerd. Bergen op Zoom was ondertussen getransformeerd van een handelsstad tot een garnizoensstad. Daarbij kwam dat ook de invloed van de markies sterk verminderde. Tussen 1698 en 1713 werden de vestingwerken ingrijpend gemoderniseerd door Menno van Coehoorn. De oude stadsmuren werden afgebroken en de vesting ging deel uitmaken van de West-Brabantse waterlinie. Omdat de stad nog nooit veroverd was door een vijandelijke mogendheid stond Bergen op Zoom bekend als La Pucelle (de Maagd). Maar tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog lukte het de Fransen, bij het Beleg van Bergen op Zoom van 1747, om de stad in te nemen. De naam van Bergen op Zoom is daarom (als: BERG-OP-ZOOM) op de Arc de Triomphe in Parijs te vinden als een van de door het Franse Rijk veroverde steden. De stad werd verdedigd door de hoogbejaarde generaal Cronström. Grote delen van de stad werden bij de inname door de Fransen verwoest. Ook de Sint-Getrudiskerk liep daarbij zware schade op. Een ontploffing in 1831, van kruitmagazijn "De Stoelemat", zorgde al evenzeer voor grote schade, nu in de omgeving van de Gevangenpoort. In 1867 werd de vesting opgeheven en van 1868-1890 werd zij ontmanteld. Dit wil niet zeggen dat het garnizoen verdween. Er bleef nog lange tijd een aantal kazernes bestaan, en wel:
Aldus bleef ook enig militair erfgoed behouden. In 2010 ontdekte een inwoner tijdens het graven in zijn tuin bij toeval een gedeelte van het onderaards gangenstelsel dat deel uitmaakte van het Ravelijn "Antwerpen". De gang is, voor zover bekend, het enige gangenstelsel naar een ontwerp van Menno van Coehoorn in Nederland dat nog intact is[6] en is samen met een ravelijn het enig overgebleven restant van de vestingwerken. Nieuwe tijdBergen op Zoom in de Eerste WereldoorlogHoewel Bergen op Zoom in Nederland ligt, speelde de stad en omgeving een rol als aankomstplek van vluchtelingen. Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog kwamen er 250.000 vluchtelingen in Bergen op Zoom aan, voornamelijk uit België, de meesten uit Antwerpen. Het stadje zelf had toen 16.625 inwoners.[7] OverigEconomisch gezien waren, naast de handel, ook activiteiten als de meekrapindustrie en de pottenbakkerij van groot belang. De laatste vormde in de 17e en de 18e eeuw de belangrijkste activiteit. Ook de visserij was belangrijk, waaronder de weervisserij op ansjovis. Bekend in het Bergen op Zoom van de 19e en 20e eeuw waren de hoveniers. Zij stamden vaak af van katholieke 'immigranten' uit de Vlaamse Kempen en uit de rest van West-Brabant, en vormden al sedert het einde van de 18e eeuw een bepaalde klasse in de stad. De Bergse hoveniers waren meestal kleinere boeren die zich toewijdden aan de behoeften van de in de stad gelegerde militairen; een zeer divers assortiment aan groenten en fruit. Zij vergaarden veel kennis over het tegelijkertijd kweken van al deze gewassen en hadden dus geen specialisatie, zoals bij de meeste boeren elders wel het geval was. Om deze kennis binnen deze hoveniersfamilies te houden, vaak uit economisch oogpunt, vonden er bij voorkeur huwelijken tussen deze families onderling plaats. Op die wijze ontstond er een bepaalde stand binnen Bergen op Zoom, die zich later ook bezighield met de oprichting van de R.K. Boerenbond Veiling en actief was in verscheidene verenigingen en sociëteiten. De bekendste 'hoveniersfamilies' waren/zijn de families Franken, Verdult, Nuijten, Hopmans, Musters (met een oorsprong in het wijdverspreide Tilburgse geslacht Mutsaerts), Hagenaars, Crusio, Bruijs, Withagen, Van Inneveld en Dietvorst. Ook de industrialisatie begon op gang te komen. Gieterij Asselbergs was de eerste van een reeks ijzergieterijen. Er verscheen een drietal suikerfabrieken, de eerste in 1863, SA Sucreries de Breda et Berg-op-Zoom, vanaf 1917 bekend als De Zeeland en in 1930 gesloten. In 2015 veranderde De Zeeland in een winkelcentrum. In 1899 werd de Zuid-Nederlandsche Melasse-Spiritusfabriek opgericht en verder was er nog een potas-raffinaderij. De opening van het spoorwegstation en de opheffing van de vesting, waardoor stadsuitbreidingsplannen mogelijk werden, zorgden eveneens voor economische impulsen. Maar ondanks de ontwikkeling van enige industrie en aansluiting op het spoorwegennet, bleef Bergen op Zoom zich in landelijk opzicht duidelijk in de periferie bevinden. Een Engels reisverslag uit 1884 biedt een indruk door de ogen van die tijd: De historie van de beroemde belegering van 1749 deed ons halt houden bij Bergen op Zoom, een propere, saaie kleine stad met witte huizen om een schuine markt en de zware toren van de Sint-Gertrudiskerk, maar er was weinig de moeite van het bekijken waard en al snel vervolgden wij onze weg naar de rijke akkers van Zuid-Beveland.[8] De bevrijding van Bergen op Zoom vond plaats op 27 oktober 1944, door Canadese militairen. Bergen op Zoom heeft een Canadese militaire begraafplaats voor meer dan 1000 gesneuvelden. Van 1959 tot 1964 werd de Theodorushaven aangelegd en zowel in de omgeving daarvan als daarbuiten verrees nieuwe industrie, zoals GE Plastics (1971) en Philip Morris (1980). In 1950 en 1964 werden delen van de Oude Haven gedempt en in 1960 wilde men een plan ten uitvoer brengen (Plan-Ranitz) om de binnenstad bereikbaar te maken voor het autoverkeer. Dit plan is niet geheel gerealiseerd, maar in het kader hiervan werd in 1970 de omgeving van de Gevangenpoort gesloopt, de Westersingel aangelegd en onder meer ook evenementenhal de Stoelemat en een groot aantal woningen gebouwd.[9] Van groot belang voor Bergen op Zoom zijn de uitvoering van de Deltawerken en de aanleg van het Schelde-Rijnkanaal (1975) geweest. Dit leidde tot de bouw van dammen als de Oesterdam (1979-1986) en de Markiezaatskade (1980-1983). Door dit alles was de open verbinding met de Oosterschelde verdwenen en ontstonden onder meer het Markiezaatsmeer, het Zoommeer en de Binnenschelde. Ondiepten als Molenplaat en Bergse Plaat werden drooggelegd. De Molenplaat werd een natuurgebied en op de Bergseplaat kwam een woonwijk. Kerkelijke geschiedenisDe oudste kerk van Bergen op Zoom is de Sint-Gertrudiskerk. De devotie tot de Heilige Gertrudis stamt van de Sint-Gertrudiskapel in het nabijgelegen Borgvliet. Het bestaan van de Sint-Gertrudiskerk gaat terug tot de 13e eeuw. Deze werd verbouwd in 1350 om in 1428 tot kapittelkerk te worden verheven. Hierop werd de kerk herhaaldelijk vergroot, maar ook meerdere malen door brand en oorlogsgeweld verwoest. Van 1580 tot en met 1966 was de kerk in handen van de hervormden. Vanaf 1987 werd het weer een katholieke kerk. Protestantse kerken
Verdere aan het protestantisme verwante religieuze groeperingen zijn de nieuw-apostolische kerk en de Jehova's getuigen, die kerken in verbouwde woonhuizen en dergelijke. Katholieke kerken
Joodse gemeenschapSinds begin 18e eeuw bestond in Bergen op Zoom een Joodse gemeenschap. Deze bezat sinds 1783 een begraafplaats en beschikte sinds 1832 over een synagoge, aan de Koevoetstraat. IslamBergen op Zoom kent twee moskeeën:
KloostersTijdens de bloeitijd van Bergen op Zoom, van 1470-1530, vestigden zich ook minderbroeders, cellebroeders en cellezusters in de stad. De Reformatie maakte in 1580 een eind aan hun aanwezigheid. Vanaf de 19e eeuw waren de volgende kloosters in Bergen op Zoom gevestigd:[11]
BezienswaardighedenDe binnenstad van Bergen op Zoom herbergt tal van monumenten en een deel van de binnenstad is een beschermd stadsgezicht (met uitbreiding). De stadsplattegrond toont nog de ronde vorm van de stadsomwalling met aan de westelijke kant het havenkwartier. De haven werd echter gedeeltelijk gedempt. In totaal bezit de stad bijna 500 rijks- en gemeentemonumenten. Bergen op Zoom is lid van de Nederlandse Vereniging van Vestingsteden.
MuseaIn het Markiezenhof bevindt zich het Historisch Centrum Bergen op Zoom. Het bezit onder meer een historisch museum, een kermismuseum en een spotprentenmuseum. Verder zijn er in de gebouwen een deel van de bibliotheek, een restaurant en het West-Brabants Archief gevestigd; de laatste herbergt de archieven van Bergen op Zoom, Roosendaal, Etten-Leur e.o. en de archieven van de Vlaamse gemeenten Essen en Kalmthout. MonumentenZie:
Centrumkaart met bezienswaardigheden EconomieDe weervisserij op ansjovis, de meekrapteelt en de pottenbakkerij waren vanouds belangrijke activiteiten in de omgeving van Bergen op Zoom. VisserijDe weervisserij wordt nog door één familiebedrijf beoefend. In 2012 werd in enkele loodsen van het bedrijf een drugslaboratorium ontdekt, samen met de hierop volgende arrestatie van twee vissers is het voortbestaan van deze tak van visserij onduidelijk.[12] In 1937 werd een conservenfabriek voor kokkels opgericht, Landa Conserven genaamd. Deze was gevestigd aan de Dubbelstraat en verhuisde in 1965 naar Hoogerheide. Men viste aanvankelijk met eigen schepen op kokkels, later in de Waddenzee. In 2004 werd dit verboden en sindsdien verwerkt men uit Frankrijk geïmporteerde kokkels. LandbouwIn de Blauwehandstraat speelde zich sinds de Middeleeuwen de verwerking af van de meekrap en de wede, die rode respectievelijk blauwe verfstof leverden welke van belang waren voor de lakenververij. Behalve in Zeeland, onder meer op Tholen, werd de meekrap in West-Brabant en op de Zuid-Hollandse Eilanden geteeld. De meekrapteelt verdween omstreeks 1850, toen synthetisch vervaardigde aniline de natuurlijke rode kleurstof uit meekrap verdrong. De aspergeteelt kwam op in de 19e eeuw. De omgeving van Bergen op Zoom was het eerste gebied in Nederland waar dit gewas op grote schaal werd geteeld. De stad Antwerpen was een belangrijk afzetgebied. De eerste conservenfabriek van Noord-Brabant werd in 1887 opgericht in het naburige Halsteren. Hier werden voornamelijk asperges verwerkt. De suikerbietenteelt nam in Zeeland en Noordwest-Brabant spoedig de plaats in van de meekrap. Er verrezen drie suikerfabrieken:
De Zuid-Nederlandsche Melasse-Spiritusfabriek werd in 1899 opgericht. Deze verwerkte melasse uit de vele suikerfabrieken in de omgeving tot spiritus. In 1914 werd de NV Centrale Potaschraffinaderij opgezet, waar kalizouten en soda uit de spoeling van de spiritusfabriek werden gewonnen. PottenbakkerijDe pottenbakkerij kwam voort uit de beschikbaarheid van klei. Maar naarmate het huishoudelijk aardewerk verdrongen werd door geëmailleerde gietijzeren pannen, geraakten de Bergse pottenbakkerijen in problemen. Terwijl er in 1866 nog twaalf pottenbakkerijen waren, bedroeg dit aantal in 1876 slechts negen en omstreeks 1900 nog drie. Overigens waren ook enkele pottenbakkers naar de omliggende dorpen getrokken, waar nog leem voorhanden was. De keramische draineerbuis, die in 1851 in Nederland was ingevoerd, bood een alternatief voor een aantal pottenbakkerijen om zich tot industrie te ontwikkelen. Kunstaardewerkfabriek De Kat heeft van 1902-1918 nog kunstaardewerk vervaardigd, om daarna eveneens op de draineerbuizenproductie over te gaan. In 1940 stopte dit bedrijf waarmee de aardewerkindustrie uit Bergen op Zoom verdween. MetaalindustrieEen andere activiteit die in Bergen op Zoom van belang is geweest, betrof de metaalindustrie, met name de ijzergieterijen.
KermisEen van de merkwaardigheden van Bergen op Zoom is de concentratie van kermisexploitanten in de stad. Momenteel[(sinds) wanneer?] zijn er maar liefst 20 kermisbedrijven gevestigd in Bergen op Zoom.[bron?] Dit heeft mogelijk te maken met de omstandigheid dat Bergen op Zoom vanouds twee kermissen kende: een voor- en een najaarskermis.[bron?] Reeds in 1397 was er van kermis sprake, terwijl er vanaf de 15e eeuw ook twee jaarmarkten werden gehouden, waaruit de twee kermissen zijn voortgekomen. Deze bleven bestaan, ook nadat de jaarmarkten waren verdwenen. De voorjaarskermis is de eerste in het kermisseizoen. Daarom is het deze kermis waarin de nieuwe of vernieuwde attracties aan het publiek worden getoond. Om deze reden verkozen vele kermisexploitanten Bergen op Zoom als winterverblijfplaats. De najaarskermis is kleiner van opzet dan de voorjaarskermis en heeft slechts een lokale betekenis. Na 1945Ook na de Tweede Wereldoorlog verrezen nieuwe bedrijventerreinen met bijbehorende industrie.
SchuldMet een gemiddeld laag inkomen onder de inwoners en onjuiste investeringen (Bergse Haven en Nedalco) is Bergen op Zoom flink in de schulden gekomen, ook door zo gezegd slechte organisatie in het gemeentekantoor met betreft het aanstellen van meer ambtenaren voor dezelfde werkzaamheden lopen de kosten nog flink verder in het rood op. De gemeente heeft een tekort van vele miljoenen, zonder beter uitzicht op de toekomst.[bron?] VoorzieningenOp de Boulevard is een surfstrand (gras) te vinden en een badstrand (zand). Er zijn ook verschillende plekken om evenementen te houden, bijvoorbeeld: De Stoelemat (evenementenzaal) en een evenemententerrein op de boulevard. De Maagd is de Schouwburg van de stad. Begin 2011 werd Gebouw-T, met een poppodium, een studio en oefenruimtes, geopend. Gebouw-T is het eerste poppodium in Nederland waaraan tevens een mbo-opleiding (Podium en Evenemententechniek) verbonden is. EvenementenIn Bergen op Zoom wordt carnaval vastenavend genoemd, naar de laatste avond van het feest. De stad heet tijdens de Vastenavend Krabbegat, waarvan meestal wordt aangenomen dat dit terug te voeren is op het lang verdwenen streekproduct: de meekrap. Helemaal vast staat deze interpretatie echter niet, het verband met het dwars lopende schaaldier ligt meer voor de hand.[13] In Krabbegat, en sommige omliggende plaatsen, is het de gewoonte om het gezicht te verbergen hetzij achter een masker (mombakkes of maske) of achter een stuk oude vitrage (gedijn). Verder zijn er het hele jaar door tal van evenementen, waaronder:
WinkelgebiedenEr zijn verschillende soorten winkelcentra in Bergen op Zoom die elk een eigen aanbod aan producten en diensten hebben. De binnenstad van Bergen op Zoom bestaat uit twee lussen (super 8), Het Paradegebied en het Vierkantje. De verbinding met deze twee gebieden is het plein Grote Markt, dat een veelheid aan horeca en terrassen herbergt. Eind 2006 is een winkelgebied toegevoegd, de Parade, dat aan het voormalige Thaliaplein en het St. Josephplein ligt. De St. Josephstraat, Zuivelstraat en het Gouvernementsplein zijn in deze periode ook heringericht. Ten westen van het centrum ligt de woonboulevard van Bergen op Zoom. Direct achter de woonboulevard is een overdekt winkelcentrum gerealiseerd in en rondom de voormalige suikerfabriek De Zeeland. Het winkelcentrum is in mei 2014 geopend en is voorlopig de laatste toevoeging van winkeloppervlakte aan de stad. De Dorpsstraat te Halsteren fungeert als centrum van dit dorp met lokale winkels. Er is elke donderdag van 9:00 - 15:30 uur markt in de binnenstad, rondom de van der Rijtstraat, Stationsstraat en het Korenbeursplein. Tot 2015 werd de weekmarkt gehouden op de Kaai. Ook zijn er verschillende braderieën en rommelmarkten in Bergen op Zoom, zoals:
ParkenBergen op Zoom kent de volgende parken:
SportOp zondag 21 augustus 2022 liep de route van de derde etappe (van Breda naar Breda) van de Ronde van Spanje 2022 door Bergen op Zoom.[16] TopografieTransportStadswegenBergen op Zoom heeft een historische centrumringweg en een gedeeltelijke randweg. De Randweg Oost wordt gevormd door de autosnelweg A4/A58. De Randweg Noord en West bestaat grotendeels uit 4 rijstroken met groene golf signalisatie. Ook de Markiezaatsweg bestaande uit 2 rijstroken, die aan de westkant van Bergen op Zoom langs de Binnenschelde loopt, maakt in principe deel uit van de Randweg West. De Randweg is in het westen tot 2x2 rijstroken heringericht voor een betere doorstroming naar industriegebied Noordland. In het zuiden is de Markiezaatsweg de belangrijkste verkeersader voor wijken Bergse Plaat en De Markiezaten. In de toekomst plant de gemeente een verplaatsing van de aansluiting Bergen op Zoom-Zuid op A4/A58 naar het zuiden ter hoogte van Heimolen. Openbaar vervoerTreinstationBergen op Zoom heeft een treinstation op de Zeeuwse Lijn. Op station Bergen op Zoom stoppen de volgende passagierstreinen:
StadsvervoerBergen op Zoom kent maar één reguliere stadsbuslijn, lijn 25 naar Bergse Plaat die alleen maandag tot en met vrijdag overdag rijdt. Verder wordt het vervoer verzorgt door streekbuslijnen (met versterkings lijn 12 binnen de stad) van Arriva en Connexxion. GoederentreinenDe spoorlijn die door Bergen op Zoom loopt, wordt intensief gebruikt voor vervoer van goederen van en naar het haven- en industriegebied Vlissingen-Oost (Sloegebied). Verder hebben verschillende bedrijven in Bergen op Zoom een aansluiting op de spoorlijn. Er zijn plannen om vanaf de spoorlijn ten zuiden van Bergen op Zoom een goederenspoorlijn naar de havens van Antwerpen aan te leggen. Deze goederenspoorlijn zou de spoorlijn Roosendaal-Antwerpen ontlasten van goederenvervoer. Nadeel is, dat al dit extra goederenvervoer dan door Bergen op Zoom zou komen. Het goederenvervoer richting Vlissingen-Oost zou door deze plannen wel direct verbonden zijn met de havens van Antwerpen. Bekende personen uit Bergen op ZoomTrivia
PartnerstedenBergen op Zoom onderhoudt een stedenband met de volgende drie steden: Zie ook
Nabijgelegen kernenEssen, Essenhoek, Halsteren, Heerle, Heimolen, Hoogerheide, Huijbergen, Kalmthout, Lepelstraat, Moerstraten, Nieuw-Vossemeer, Rilland, Steenbergen, Tholen, Woensdrecht, Wouw, Wouwse Plantage, Zuidgeest Externe linksBronnen, noten en/of referenties
|