In 1971 vertrok Sakmann naar het University College London, waar hij werkte aan het departement biofysica onder Nobellaureaat Bernard Katz. In 1974 voltooide hij aan de Universiteit van Göttingen zijn medisch proefschrift getiteld Elektrophysiologie der neuralen Helladaptation in der Katzenretina. Daarna keerde hij terug naar het lab van Otto Creutzfeldt. In 1979 werd hij lid van de membraanbiologiegroep binnen het Max Planck Institute for Biophysical Chemistry in Göttingen.
Werk
Samen met Erwin Neher, met wie hij zijn gehele wetenschappelijke carrière mee samenwerkte, vond Sakmann de patch-clamptechniek uit, een speciale kleine elektrode. Hiermee konden ze de geringe elektrische energie (ionenstromen) waarnemen die geproduceerd wordt in cellulaire ionenkanalen. Deze uitvinding stelde hen in staat om de functie van ionenkanalen in het celmembraan te verklaren. Dit werk zorgde voor een betere verklaring voor ziektes als diabetes, mucovicidose, epilepsie en tal van andere neuromusculaire aandoeningen. In de jaren daarna verfijnden Sakmann en Neher hun patch-clamptechniek waardoor ze nog kleinere ionenstromen konden meten.
Sinds 2008 leidt hij een onderzoeksgroep aan het Max Planck Institute of Neurobiology.
Bibliografie
W.J. Betz, B. Sakmann (1971). "Disjunction" of frog neuromuscular synapses by treatment with proteolytic enzymes. Nature New Biol.232 (29): 94–95. PMID4328253.