HFC Haarlem Niet te verwarren met de Haarlemse voetbalclub Koninklijke HFC.
Haarlemsche Football Club Haarlem was een Nederlandse voetbalclub. De club werd oorspronkelijk opgericht op 1 oktober 1889 en speelde in blauwe shirts, rode broeken en blauwe kousen. Thuiswedstrijden werden in het Haarlemstadion gespeeld. Haarlem stond van oudsher bekend om zijn jeugdopleiding en scouting. Vanaf de eerste jaren van de 20e eeuw was HFC Haarlem succesvol. In 1902 en in 1912 werd de KNVB beker gewonnen. Maar het grootste succes vond plaats in 1946, toen won de club, mede dankzij de legendarische Kick Smit, het landskampioenschap. Haarlem beschikte in de 21e eeuw steeds over weinig geld en een beroep op gemeenschapsgeld bleef uit. Vanaf november 2009 dreigde een faillissement, dat twee maanden later werkelijkheid werd. Dit betekende dat de club na 120 jaar ophield als profclub. In maart 2010 werd onder de naam "Nieuw HFC Haarlem" een amateurvereniging opgericht, met als doel om vanaf het seizoen 2010/2011 in het amateurvoetbal uit te komen. Op 26 april 2010 werd bekend dat de vereniging na een fusie met HFC Kennemerland verder zou gaan als Haarlem-Kennemerland. Geschiedenis in het betaald voetbalHFC Haarlem werd opgericht op 1 oktober 1889, vermoedelijk door Piet Charbon die Haarlems eerste captain en voorzitter was. HFC Haarlem speelde haar eerste wedstrijd op 20 oktober 1889 tegen Adsp-Excelsior (2-0 winst). Jaap Eden was ook korte tijd lid van HFC Haarlem. In 1954 trad HFC Haarlem toe tot het betaald voetbal. Het eerste seizoen stond in het teken van verdeling. Aan het einde van het eerste jaar betaald voetbal spelen HFC Haarlem en NOAD uit Tilburg een tweetal barragewedstrijden om een plaats in de eredivisie. HFC Haarlem verliest en komt het jaar erop uit in de eerste divisie. In de jaren daarna werd vooral in de tweede divisie en eerste divisie gespeeld, tot aan de promotie naar de eredivisie in het seizoen 1968-1969. Toen volgde een periode van 21 jaar (1969- 1990) waarin, met uitzondering van drie jaar (1971-1972, 1975-1976 en 1980-1981), vrijwel constant in de eredivisie gespeeld werd. Barry Hughes was maar liefst bijna 10 jaar trainer van Haarlem (oktober 1967-juni 1970 en juli 1973-juni 1980). In het seizoen Eerste divisie 1980/81 werd HFC Haarlem kampioen van de eerste divisie. In seizoen 1981/82 werd, met de jonge Ruud Gullit (1979-1982) in de gelederen, zelfs via een vierde plek in de eredivisie Europees voetbal behaald. Ook Edward Metgod, Hans Kraay jr., Chris Verkaik, Alwin Leysner, Martin Haar, Wim Balm, Luc Nijholt, Abe van den Ban, Joop Bockling, Piet Keur, en iets later Peter van der Waart maakten deel uit van dit team. De eerste ronde in het Europa Cup III-toernooi in het seizoen 1982-1983 versloeg Haarlem het Belgische KAA Gent. In de tweede ronde werd Haarlem uitgeschakeld door Spartak Moskou. Tijdens de uitwedstrijd in het Olympisch Stadion Loezjniki in Moskou vond de Loezjnikiramp plaats. Hierbij kwamen officieel 66 mensen om het leven, maar toeschouwers van de wedstrijd hebben het echter over veel grotere aantallen slachtoffers. In het seizoen 1983/84 eindigde HFC Haarlem wederom op de vierde plek in de eredivisie, echter gaf dat dit seizoen geen recht op Europees voetbal. Haarlem bereikte dat seizoen ook de finale van het zaalvoetbaltoernooi in sporthal Amsterdam-Zuid,december 1983. De finale werd met 6-3 gewonnen van Ajax, dat spelers als Sjaak Storm (die de voorkeur kreeg boven keeper Hans Galje), Sonny Silooy, Edo Ophof, Jan Molby, Peter Boeve, Edwin Godee, Rene Panhuis, Ronald Koeman, Dick Schoenaker, Winston Haatrecht (die scoorde), Edwin Bakker, Gerald Vanenburg, John Bosman, Jesper Olsen en John van 't Schip in de gelederen had. Doelman Stanley Menzo was door Ajax nog verhuurd aan Haarlem (07/09/1983-31/12/1983), Felix Gasselich en Marco van Basten ontbraken vanwege de ziekte van Pfeiffer, en Frank Rijkaard en Keje Molenaar waren niet zo fanatiek in zaalvoetballen. Piet Keur werd topscorer van het toernooi, Gerald Vanenburg was de beste speler. Haarlem, getraind door Hans van Doorneveld, was een club, waar je in de eerste helft 80'-er jaren als Nederlandse topclub wel voor moest oppassen. Vanaf het seizoen 1984/85 ging het met Haarlem bergafwaarts, tot en met seizoen 1988/89 eindigde Haarlem steeds tussen plaats 9 en plaats 12 van de 18 eredivisieclubs. In het seizoen 1989/90 degradeerde HFC Haarlem naar de eerste divisie. De weinig overgebleven getrouwen moesten tot het seizoen 1995-1996 wachten op enig leven vanuit de club. Haarlem doet dat jaar eindelijk goed mee in de laatste periode en heeft op 6 april 1996 dan ook helemaal niets aan een gelijk spel in een thuiswedstrijd tegen EVV Eindhoven. In de slotfase van het duel wordt keeper Mark Verzijlberg door trainer Ben Hendriks mee naar voren gestuurd. Verzijlberg jaagt de bal met een draai om z'n lengte-as in de kruising achter doelman Albert van der Sleen. Het winnende doelpunt gaat via CNN de hele wereld over. In het seizoen 2002/03 werd Leo van Veen, die 5 jaar onder contract stond bij Ajax van half 2000 tot 2005, door Ajax aan Haarlem uitgeleend als trainer. Haarlem had in die tijd een samenwerkingsverband met Ajax, en was satellietclub van Ajax. In het seizoen 2004-2005 lijkt HFC Haarlem heel even weer springlevend. De club is aan de hand van Roy Wesseling een andere weg ingeslagen. "Voetballen naar eigen mogelijkheden" noemt Wesseling de stijl waarin HFC Haarlem de tegenstanders aanvankelijk op de knieën krijgt. Op 1 oktober, als HFC Haarlem de 115e verjaardag viert, wordt de latere kampioen Heracles Almelo in eigen huis met 4-0 verslagen. Haarlem komt dat seizoen echter niet verder dan een 13e plek.
Helmond Sport pakt met 0-1 de winst in Haarlem. Op dinsdag 11 april 2006 komt HFC Haarlem voor de play-offs uit in en tegen FC Zwolle (1-1). Op vrijdag 15 april ontvangt HFC Haarlem FC Zwolle in eigen huis, bij rust stond het nog 1-0 voor de thuisploeg na een doelpunt van Caïro, maar FC Zwolle toonde veerkracht en won de wedstrijd alsnog met 1-3. Op 25 september 2007 boekte HFC Haarlem een overwinning in het KNVB bekertoernooi tegen Willem II. De stand was na 120 minuten 1-1 dus er moesten strafschoppen genomen worden. Haarlem won de strafschoppenreeks met 4-3 en dus ging Haarlem naar de derde ronde ten koste van Willem II. De rondes daarop werden ook in Noord-Brabant gespeeld tegen respectievelijk FC Eindhoven en RKC. FC Eindhoven werd in de verlenging verslagen met 1-3. RKC werd in de 1/8 finales na penalty's verslagen. In februari wordt de kwartfinale gespeeld tegen Heracles Almelo. HFC Haarlem kon hier voor een stunt zorgen, om na 20 jaar weer in de halve finales te komen, maar de ploeg verloor met 5-1. FaillissementIn november 2009 maakte de club middels een persverklaring van de ledenraad bekend, dat men per 1 december failliet dreigde te gaan, tenzij men binnen enkele weken een bedrag van 3 à 6 ton binnenhaalde. De club had, naast een schuld van 1 miljoen euro, een vordering van de fiscus van 2 ton.[2] Zowel de gemeente Haarlem als Ajax, waarmee HFC Haarlem een samenwerkingsverband heeft, weigerden voor de tekorten op te draaien.[3] Nieuwe Haarlemse Footballclub Haarlem en fusieOp 22 maart 2010 werd de nieuwe amateurvoetbalvereniging "Nieuwe Haarlemse Footballclub Haarlem" opgericht, waarvan het de bedoeling was dat die in het seizoen 2010-2011 zou uitkomen in het amateurvoetbal. Deze club kon worden beschouwd als een voortzetting van HFC Haarlem, aangezien het plan was dat de vereniging per 1 mei 2010 de inventaris en de merknaam voor een bedrag van 22.500 euro zou overnemen van de failliete club.[7] De leden van Nieuw HFC Haarlem stemden echter eind maart in met het starten van fusiebesprekingen met HFC Kennemerland dat in de tweede klasse van het amateurvoetbal speelde[8]. Op 26 april 2010 werd door de leden van beide verenigingen besloten om inderdaad te fuseren onder de naam Haarlem-Kennemerland. Thuisbasis van de nieuwe vereniging werd het Haarlemstadion. Bijnamen"Klein Haarlem", zo werd HFC Haarlem aangeduid in het Haarlemse. Immers, in Haarlem speelde een eersteklasseclub met de naam HFC. Dat HFC (Koninklijke HFC, opgericht in 1879) droeg dan ook de naam "groot Haarlem". Tot 1897 sprak men dus over klein en groot Haarlem. Totdat een 5-0-overwinning van "klein Haarlem" op "groot Haarlem" het klassenverschil omdraaide. "Klein Haarlem" promoveerde naar de eerste klasse en zou twee seizoenen later in de eerste klasse derby (4-12-1898) het eens "groot Haarlem" wederom verslaan, met ditmaal 3-1. De Roodbroeken is inmiddels sinds jaar en dag de bijnaam van HFC Haarlem. Toch waren er in de beginjaren geen rode broeken te bekennen bij de spelers. Tot op een dag twee spelers van "klein Haarlem" een rode broek in een etalage zagen hangen. De daarop volgende wedstrijd kwamen de beide heren in niet enkel een blauwe trui, maar ook met een rode broek het speelveld op. We hebben het dan over de jaren 90, Haarlem is dan tweedeklasser. Vanaf dat moment wordt de uitdrukking "klein Haarlem" steeds minder gebruikt en spreekt men voortaan over de Roodbroeken. In de jaren 70 was "de rood blauwe leeuwen" een nieuwe bijnaam voor de club. Deze bijnaam werd en wordt nog steeds gebruikt als het over HFC Haarlem gaat. AccommodatiesDe eerste 17 jaar van het bestaan van de HFC Haarlem was er nimmer vastigheid over speelterrein. De eerste 3 jaar worden de tegels aan de Parklaan gebruikt als achterlijn en is er nauwelijks sprake van een veld. De zandvlakte achter de Hooimarkt, waar nu een school staat, wordt verlaten onder druk van omwonenden die de gebroken ruiten zat zijn. In 1893 verhuist HFC Haarlem naar het voorterrein van de Ripperda Kazerne. Ook worden er wedstrijden gespeeld op het terrein naast Huis ter Speyt (tegenover de Ripperda Kazerne). Korte tijd werd er ook gespeeld nabij het Oude Posthuis te Heemstede. Echter onenigheid met de boer dwong Haarlem in 1895-1896 terug naar het terrein voor de Ripperda Kazerne. In het seizoen 1896-1897 gebruikt Haarlem de velden van H.F.C. En zo speelde Haarlem een jaar aan de Molenwerf. Het "Moordhol" ter hoogte van waar de Generaal Cronjéstraat begint, is de drie daar op volgende jaren het thuisterrein van HFC Haarlem. Voor toeschouwers was nauwelijks ruimte. De minimale maat van een veld van 45 meter was bijna gelijk ook het maximale voor HFC Haarlem. De bijnaam "het moordhol aan de Schoterweg" had het terrein te danken aan de vele overwinningen die HFC Haarlem hier boekte. In 1900 moet Haarlem het weer een jaar doen aan de Molenwerf (terrein H.F.C.). In de seizoenen 1901-1902 en 1902-1903 gaat Haarlem aan de Doodweg spelen. Het terrein achter het de Begraafplaats Kleverlaan gelegen aan de Kleverlaan, wordt gehuurd van een boer die graszoden verkoopt. Niet zelden komt het dan ook voor dat er stukken veld verkocht worden waar Haarlem haar wedstrijden op zou spelen. De huur werd opgezegd nadat boer Nelis op een zekere dag ruim één derde deel van het speelveld tot zoden heeft verwerkt. In 1903 verhuist Haarlem naar de andere kant van de begraafplaats naar het Soendaplein. Op het niet al te fraaie terrein is voor het eerst sprake van stadionbouw. Hoewel zeer primitief is er voor de donateurs en leden een lange zijde gereserveerd . De tribune bestond slechts uit één rij zitplanken en dan nog niet eens over de hele lengte van het veld. Stadion aan de Jan Gijzenkade Zie Haarlemstadion voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Op 20 oktober 1907 neemt Haarlem het terrein aan de Jan Gijzenkade in gebruik. In juli 1944 verbieden de bezetters iedere vorm van ontspanning en moet ook het stadion van HFC Haarlem daaraan geloven. Eerst komen er prikkeldraad versperringen op het toenmalige 2e veld. Bijtijds worden de lichtmasten in veiligheid gebracht en er is een afscheid op 31 juli nog voordat vanaf 1 augustus 1944 alle opstal op het Haarlem terrein wordt gesloopt door de bezetters. In de laatste maanden van de oorlog biedt H.F.C. aan de Spanjaardslaan onderdak aan HFC Haarlem. Ook de eerste jaren na de oorlog is het terrein aan de Spanjaardslaan de thuisbasis voor HFC Haarlem. In het kampioensjaar van HFC Haarlem (1946 dus) wordt echter de thuiswedstrijd tegen Ajax afgewerkt in het Olympisch stadion. De overige thuiswedstrijden uit de kampioenspoule worden door de grote drukte op het Heemsteedse Sportpark gespeeld. Nadat op 28 december 1947 tijdens de wedstrijd HFC Haarlem - Ajax een tribunegedeelte instort wordt er besloten de resterende wedstrijden op het Heemsteedse sportpark af te werken. In april 1947 legt voorzitter van Balen Blanken de eerste graszoden het terrein van HFC Haarlem. Op 5 september 1948 neemt HFC Haarlem het stadion aan de Jan Gijzenkade weer in gebruik. Op 19 december dat jaar wordt officiële opening verricht. Het "nieuwe stadion" krijgt de alom bekende Berlijnse muren en de Oost-, West- en het onderste zitgedeelte van de huidige Noordtribune (2006) zijn een blijvend beeld. De "ondergedoken" lichtinstallatie wordt later weer opgebouwd. In 1969 opent HFC Haarlem haar nieuwe overdekte tribune aan de zuidkant van het stadion. Eind november 1976 is de overkapping en verhoging van het aantal plaatsen van de noordtribune gereed. De oude zitplaatsen zijn staanplaatsen geworden en het nieuwe gedeelte wordt voorzien van zitplaatsen. Halverwege het seizoen 1980-1981 krijgt HFC Haarlem 4 nieuwe lichtmasten. Op dat moment zijn het de hoogste stadionlampen in Nederland In februari 1986 wordt de huidige Kick Smit tribune in gebruik genomen (toen nog gewoon zuidtribune). In de jaren 90 worden de staantribunes achter beide goals afgekeurd, datzelfde lot is later ook een deel van de noordtribune beschoren. Het plaatsen van stoeltjes doet die laatste afkeuring weer een aantal jaar later weer terugdraaien. HFC Haarlem en het Nederlands elftalOp 10 april 1898 speelde Jan van den Berg als eerste Roodbroek mee in het Nederlands elftal, dat destijds nog niet in het oranje gekleed ging: spelers van diverse clubs lopen gewoon in hun eigen clubkleuren rond. De Nederlandse elf verloren met 7-0. Op 2 april 1899 kwamen er vier Roodbroeken uit voor het Nederlands elftal: Van Wijk, Kremers, Kruseman en de al eens eerder geselecteerde Jan van den Berg. Nog immer in clubtenues werd de wedstrijd tegen een Engels selectieteam met 6-1 verloren. Jan van den Berg was verantwoordelijk voor de enige Nederlandse treffer in het duel en is daarmee de eerste Roodbroek die een doelpunt maakt voor het Nederlands elftal. Op 27 mei 1934, tijdens het WK voetbal in Italië, werd Kick Smit de eerste Nederlander die op een WK weet te scoren. In Milaan werd de wedstrijd tegen de Zwitsers echter met 3-2 verloren. Keeper Edward Metgod zal de geschiedenisboeken ingaan als de allerlaatste Roodbroek die ooit uitkwam voor het Nederlands elftal. De middelste van de drie broers stond in Rotterdam onder de lat tegen Frankrijk. Het vriendschappelijk onderonsje werd op 10 november 1982 een 1-2-overwinning voor de Fransen. Erelijst
HFC Haarlem in Europa
Uitslagen vanuit gezichtspunt Haarlem
Totaal aantal punten behaald voor UEFA Coëfficiënten: 3.0 Zie ook
OverzichtslijstenCompetitieresultaten 1955–2009
In elke staaf van de grafiek staat van boven naar beneden vermeld:
Onder de staaf staat het jaartal vermeld waarin het seizoen is afgesloten. 15 verwijst naar het seizoen 2014/15 of eventueel het seizoen 1914/15. Wanneer een staaf leeg is, zijn deze gegevens niet bekend. Het kan ook zijn dat de club dat seizoen niet heeft meegespeeld op het hogere amateurniveau, vroegtijdig de competitie heeft verlaten of uit de competitie is gezet. Opmerking: In de 1e klasse en lager spelen de clubs in districten. Deze districten staan niet vermeld in de grafiek. Seizoensoverzichten
Bekende en prominente oud-spelers en oud-trainers Zie lijst van spelers van HFC Haarlem voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Topscorers
Trainers Zie lijst van trainers van HFC Haarlem voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
ErevoorzittersExterne linksBronnen, noten en/of referenties
Zie de categorie HFC Haarlem van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Information related to HFC Haarlem |