Regering-Theunis I
De regering-Theunis I (16 december 1921 - 29 juni 1923) was een Belgische regering. Het was een coalitie tussen de Katholieke Partij (80 zetels) en de Liberale Partij (33 zetels). De regering volgde de regering-Carton de Wiart op en werd opgevolgd door de regering-Theunis II. Het was deze coalitie dat een einde betekende van de heilige unie tussen de katholieken, socialisten en liberalen sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog. VerloopNa de grondwetsherziening van 1921 waren de socialisten van de Belgische Werkliedenpartij numeriek niet meer nodig in de regering. Nog voor de verkiezingen van 20 november 1921 werd door Max-Léo Gérard, secretaris van koning Albert I, een regeerprogramma opgesteld, met voorop de sanering van de overheidsfinanciën. Georges Theunis, afkomstig uit de zakenwereld en onder de vorige regeringen delegatieleider bij de Commissie voor Herstelbetalingen, en vervolgens minister van Financiën, werd op 5 december aangesteld als formateur en presenteerde zijn nieuwe regering op 16 december. Maatregelen
Op 15 juni 1923 dienden de ministers van de regering-Theunis I hun ontslag in.[1] De Katholieke Vlaamse Kamergroep onder leiding van Frans Van Cauwelaert weigerde de uitbreiding van de dienstplicht van tien naar veertien maanden goed te keuren als het leger niet werd ingedeeld in eentalige eenheden en de vernederlandsing van de Universiteit van Gent niet werd doorgevoerd. Korte tijd later werd er echter een compromis bedisseld, waarbij de dienstplicht naar twaalf maanden werd gebracht. Er werden evenwel geen eentalige eenheden ingevoerd en het compromis over de Universiteit van Gent kon van flamingante kant niet op bijval rekenen en werd schamper de Nolf-barak genoemd. Vervolgens weigerde koning Albert I het ontslag van de regering, waarna ze een doorstart maakte als de regering-Theunis II. SamenstellingDe regering-Theunis I telde elf ministers: zes voor de Katholieke Unie en vijf voor de Liberale Partij.
Herschikkingen
Bronnen, noten en/of referenties
Information related to Regering-Theunis I |