Riffijns
Het Riffijns, ook wel Tarifit,[4] Tarifiet of Tmazight genoemd, is een taal die gesproken wordt door bewoners van het noorden van Marokko, voornamelijk in de Rif. De lokale bevolking identificeert zich dan ook als Riffijn, oftewel "Arifi" (meervoud: "Irrifiyen"). Het Riffijns behoort tot de Berbertalen en maakt deel uit van de Zenatitalen, een talengroep met in totaal 12 talen en dialecten gesproken in de Maghreb. Wereldwijd zijn er ongeveer 3 miljoen sprekers. Verspreiding binnen MarokkoHet Riffijns wordt voornamelijk gesproken in de noordelijke steden van Marokko. StammenDe oudste geschiedenis van Noord-Marokko is neergeschreven door de Arabische historicus Ibn Khaldun (1332-1406). De Amerikaanse antropoloog Carleton S. Coon (1904-1981) noemde negentien min of meer verschillende stammen in de eigenlijke Rif. Gaat men uit van een geografische indeling in drie delen, oostelijk, centraal en westelijk, dan zou het oostelijke deel de Ait Bouyahyi, Ait Said, Ait Stout, Ibdarsen, Ikebdanen en Iqer'iyen omvatten. In het centrale deel wonen de Ait Ourisch, Ait Tafersite, Ait Temsamane, Ait Touzine en Igzenayen. Het westelijk deel huisvest de zogenoemde maritieme stammen: Ait Ammart, Ait Boufrah, Ait Gmil, Ait Itteft, Ait Mezdoui, Ait Targuist, Ait Waryagher, Ibaqouyen en Mestasa. De meeste spreken de Riffijnse taal, een kleine groep stammen is gearabiseerd op het gebied van taal tijdens de Spaanse bezetting.[5][6][7][8] AlfabetHet alfabet van het Riffijns is, zoals alle andere Berbertalen, het Tifinagh, maar daarnaast worden het Arabische en Latijnse alfabet ook gebruikt. DialectenHet Tarifit bestaat uit drie dialecten. Deze verschillen nauwelijks van elkaar, maar kennen enkele typische verschillen in de uitspraak van bepaalde woorden. De drie dialecten zijn, met hun sprekers en plaatsen:
Onderstaande tabel laat enkele verschillen in dialect zien.
Verspreiding buiten MarokkoHet Tarifit (Riffijns) is de moedertaal van ongeveer 4,5 miljoen Riffijnse Marokkanen en van ongeveer 2,5 miljoen Marokkanen in Europa. Deze groep is vooral te vinden in Nederland, België, Frankrijk, Spanje en Duitsland. Verder is er nog een kleine groep Riffijnen in Algerije. Vooral in Bethioua. Deze wonen in Tlemcen en Oran. ArabiseringDe Riffijnse taal wordt gesproken door zo'n 95 procent van de Riffijnen. Er is echter een klein aantal stammen die in de vorige eeuw taalkundig is gearabiseerd. Het gaat hier om de Ayt Bufrah, Ayt Itteft, Bni Gmil, Mestassa en Targuist in het westen van de Rif. Deze vijf stammen zijn grotendeels overgegaan op het Darija met een Riffijns accent en Riffijnse invloed. Een minderheid van deze vijf stammen spreekt nog het Riffijns. Ondanks de taalkundige arabisatie zien deze vijf stammen zichzelf als Riffijnen. In het oosten van de Rif zijn de Oulad Stout ook grotendeels gearabiseerd, evenals de Ait Iznassen. Of de Ait Iznassen tot de Rif behoren, is altijd een discussiepunt geweest.[bron?] Duidelijk is in ieder geval dat de meeste Ait Iznassen zich niet als Riffijnen beschouwen, vooral vanwege het eigen geografische leefgebied dat zij hebben. De overige stammen van de Rif zijn allen volledig Riffijns sprekend. Van arabisering binnen deze stammen is dan ook geen sprake. Integendeel, zij verzetten zich sterk tegen de Arabische invloeden in de Rif, zowel taalkundig als cultureel. Bronnen, noten en/of referenties
Zie de Wikipedia-test in het Riffijns op de Wikimedia Incubator.
|