SigmaplanHet Sigmaplan is een project van de Vlaamse overheid dat het risico op overstromingen rond de Schelde en haar zijrivieren moet verkleinen. Het kan worden beschouwd als de Vlaamse evenknie van het Nederlandse Ruimte voor de rivier. In 2030 worden de laatste plannen van het Sigmaplan afgewerkt en zou de Schelde en haar zijrivieren klimaatbestendig zijn tot het jaar 2100.[1] Behalve watersnood voorkomen wil het Sigmaplan ook typische riviernatuur in ere herstellen. In totaal neemt het Sigmaplan zowat 260 kilometer rivierenland onder handen.[2] Het Sigmaplan werd in 1977 gelanceerd door de overheid. De rechtstreekse aanleiding was de overstroming van (onder meer) Ruisbroek het jaar voordien. Na een dijkbreuk liep toen niet alleen dat Antwerpse dorp volledig onder water, maar ook grote gebieden in de rest van Vlaanderen. De dijkbreuk werd veroorzaakt door een stormvloed: een hevige noordwesterstorm op de Noordzee in combinatie met springtij. De Schelde en haar zijrivieren staan voor een groot deel onder invloed van de getijden van de Noordzee. Het oorspronkelijke Sigmaplan omvatte drie ingrepen om stormtij op te vangen:
De dijkwerken en de overstromingsgebieden zijn grotendeels achter de rug. De bouw van de stormvloedkering werd geschrapt, omdat de kosten ervan niet zouden opwegen tegen de baten.[3] Door nieuwe wetenschappelijke inzichten en de klimaatverandering werd het Sigmaplan geactualiseerd. De nadruk kwam nog meer te liggen op ruimte voor de rivier. Dat gebeurt met speciaal ingerichte gecontroleerde overstromingsgebieden. Het Sigmaplan streeft niet meer alleen naar verhoogde veiligheid, maar maakt ook werk van de Europese natuurdoelen door bijkomende natuurgebieden in te richten. Vaak bevinden die zich binnen de gecontroleerde overstromingsgebieden. De Vlaamse rivieren behouden dus in de mate van het mogelijke hun verschillende functies: natuurontwikkeling, recreatie, economische levensader en scheepvaart. Beheer, organisatie en budgetHet Sigmaplan wordt uitgevoerd door De Vlaamse Waterweg, in nauw overleg met het Agentschap voor Natuur en Bos en andere betrokken partijen. Het budget van de Vlaamse Waterweg voor het Sigmaplan wordt jaarlijks goedgekeurd door de Vlaamse regering. Was bij de start in 2004 hiervoor nog 50 miljoen euro per jaar voorzien, dan zou dit budget in 2019 sterk teruggelopen zijn.[4] Vier pijlersHet geactualiseerde Sigmaplan bevat vier pijlers: veiligheid, natuur, recreatie en economie. VeiligheidDe Lage Landen hebben een lange geschiedenis van wateroverlast. In Vlaanderen was de oorzaak vaak de invloed van de getijden van de Noordzee op de Schelde en haar zijrivieren. Dat kan bij stormvloed leiden tot extreem hoge waterstanden en overstromingen. Om rampzalige overstromingen zoals die van 1953 en 1976 te voorkomen, lanceerde de overheid in 1977 het Sigmaplan. Dat bestond uit drie maatregelen: stevigere en hogere dijken voor het volledige bekken van de Zeeschelde, gecontroleerde overstromingsgebieden om uitzonderlijk hoge waterstanden op te vangen bij stormvloed en een stormvloedkering in Oosterweel, vlak bij Antwerpen. Intussen staat de wetenschap heel wat verder dan destijds. Zo wordt nu algemeen aanvaard dat de opwarming van de aarde zal leiden tot meer extreme weersomstandigheden en de zeespiegel in de toekomst zal stijgen.[5] Daarom werd het Sigmaplan in 2005 geactualiseerd of bijgestuurd volgens de huidige wetenschappelijke inzichten. De dijkverhogingen en gecontroleerde overstromingsgebieden bleven deel uitmaken van het plan, maar Vlaanderen zag toch af van een stormvloedkering, in tegenstelling tot Nederland. Die zou bijzonder duur geweest zijn en een veel grotere faalkans hebben dan gecontroleerde overstromingsgebieden. Een falende kering kan desastreuze gevolgen hebben voor achterliggende woonkernen.[6] De bouwstenen van het geactualiseerde Sigmaplan zijn:
Alleen bij een stormvloed – één of twee keer per jaar dus – stromen GOG’s onder water. De wind stuwt een vloedgolf dan de Schelde binnen en doet het waterpeil stijgen. Door de dijken op nauwkeurig uitgekozen locaties te verlagen kan de Schelde veilig het GOG binnenstromen. Het GOG zelf is omgeven door een hogere en stevige ringdijk. Zo zijn omliggende woongebieden beschermd tegen watersnood. Na een overstroming kan het opgevangen water uit het GOG terugvloeien naar de rivieren via uitwateringssluizen. Een andere manier om de rivier meer ruimte te geven, is ontpoldering. Daarbij wordt landinwaarts een nieuwe dijk opgetrokken. Via bressen in de oude dijk stroomt het getij vrijuit (ongereduceerd dus) het ontpolderde gebied binnen. Ontpolderingen milderen de kracht van een stroom. Zo wordt de druk op de dijken stroomopwaarts kleiner, net als het risico op overstromingen. NatuurDe meeste overstromingsgebieden van het Sigmaplan zullen alleen onder water stromen bij extreme weersomstandigheden. De rest van de tijd ontwikkelt er zich zeldzaam geworden natuur. Zo draagt het Sigmaplan bij tot de Europese natuurdoelen voor Vlaanderen. Samen hebben de Europese lidstaten bepaald dat ze hun waardevolle leefgebieden beter willen beheren, om de typisch Europese dieren en planten te beschermen en in stand te houden.[7] Samen vormen deze gebieden het Natura 2000-netwerk (Schelde en Durme-estuarium van de Nederlandse grens tot Gent). Sommige gebieden worden elke dag blootgesteld aan eb en vloed door slimme sluizen in de rivierdijken. In zulke GOG’s met gereduceerd getij (of GGG’s) ontstaat unieke getijdennatuur in de vorm van slikken en schorren.[8] Die vormen zich ook in ontpolderde gebieden, waar bressen in de Scheldedijk ervoor zorgen dat het ontpolderde gebied vrijuit onder invloed staat van de getijden. Andere overstromingsgebieden krijgen een invulling als drasland. In die drassige zones staat het grondwaterpeil zeer hoog, wat het geschikt maakt voor bijvoorbeeld rietmoerassen, natte graslanden of elzenbroekbossen. Deze typische riviernatuur herbergt een grote variatie aan dieren en planten. Er zijn ook Sigmagebieden die een natuurlijke invulling krijgen als ‘zuiver’ drasland. Die zuivere draslanden hebben geen functie als overstromingsgebied. Wel doen ze dienst als een spons die het overtollige regenwater vasthoudt en vertraagd afvoert naar de rivier. Voor het natuurluik van het Sigmaplan is het Agentschap voor Natuur en Bos verantwoordelijk. RecreatieVan de unieke natuur in en rond de projectgebieden van het Sigmaplan profiteren niet alleen allerlei planten en dieren. Ook de mens kan er met uiteenlopende recreatievormen zijn hart aan ophalen. Veel van de Sigmagebieden worden ideale plekken om te wandelen, fietsen, vissen of varen. Voor de natuurkenners- en liefhebbers komen er vogelkijkhutten, uitkijkpunten en knuppelpaden. De jeugd kan dan weer terecht in verschillende speelbossen, om de natuur te ontdekken op een ontspannende manier. Zo staat er in het Sigmaproject Cluster Kalkense Meersen een interactieve infokeet, die scholen of groepen kunnen bezoeken.[9] Kinderen leren er op een ontspannende manier bij over het Sigmaplan, de dieren en planten uit hun omgeving en de lokaal opgegraven archeologische vondsten. Aan de Dijlemonding in Mechelen en Willebroek blijft de Grote Vijver zelfs grotendeels voorbehouden voor watersport. De Mechelse Waterski Klub kan er ook na de werken van het Sigmaplan nog terecht en krijgt zelfs een nieuwe infrastructuur.[10] In de Polders van Kruibeke wordt het Sigmaplan dan weer gekoppeld aan cultuur. Kunstenaar Koen Vanmechelen ontwierp voor het gebied zijn 34ste ‘CosmoGolem’, een 6 meter hoge houten reus.[11] Ook in Mumbai (India) en Arusha (Tanzania) staan al CosmoGolems. Ze staan symbool voor de universele kinderrechten, tolerantie en diversiteit. Een klas van elke Kruibeekse school woonde de inwijding van de reus bij. EconomieDe Schelde is de levensader van de Antwerpse en Vlaamse economie. De rivier vormt een belangrijke Europese scheepvaartroute, waarlangs tonnen goederen worden vervoerd. Duizenden mensen zijn tewerkgesteld bij bedrijven in de havens en op de oevers van de Schelde. Het Sigmaplan probeert het rivierenland dan ook te ontwikkelen zonder dat het moet inboeten aan economische slagkracht.[12] Het Sigmaplan bevat ook een ‘flankerend landbouwbeleid’.[13] Bij sommige projecten moeten landbouwers namelijk grond afstaan om de veiligheid van een gebied te verhogen. Om getroffen landbouwers te begeleiden en te compenseren werkten landbouwexperts en de Vlaamse Regering flankerende maatregelen uit. Zo willen ze landbouwbedrijven langs de Schelde leefbaar houden. Landbouwers die grond moeten afstaan, kunnen die bijvoorbeeld omruilen voor een grond buiten het projectgebied. Daarvoor werd een grondenbank opgericht. Een andere mogelijkheid is dat de landbouwer helpt bij het omvormingsbeheer van de landbouwgronden. Via een goed uitgestippeld beheer worden de gronden daarbij gefaseerd omgevormd tot drasland.[14] Dat gebeurt bijvoorbeeld in de deelgebieden Kalkense Meersen en Paardeweide van het Sigmaproject Cluster Kalkense Meersen.[15] Lokale landbouwers helpen daar bij het aangepaste hooibeheer en beschikken er over speciale toegangswegen voor hun landbouwvoertuigen. Stand van zakenIn 2030 moet het Sigmaplan volledig uitgevoerd zijn. Om de vijf jaar worden nieuwe projecten opgestart. Terwijl de ene reeks volop in uitvoering is, wordt de andere voorbereid. Momenteel is dat het geval voor de Sigmaprojecten die van de Vlaamse Regering ten laatste in 2010 en 2015 moesten worden opgestart. Sommige daarvan zijn zelfs al voltooid. De Polders van Kruibeke vormden het laatste GOG van het oorspronkelijke Sigmaplan dat nog in gebruik moet worden genomen. Het is meteen het grootste overstromingsgebied van Vlaanderen. Behalve bescherming tegen overstromingen biedt het GOG ook extra kansen voor natuur. In een deel van de polders worden elzenbroekbossen en de kreken in ere hersteld met de steun van het Europese LIFE+-programma.[16] 2010-projectenAlle Sigmaprojecten die in 2010 moesten starten, bevinden zich in de uitvoeringsfase. Het gaat om:
2015-projecten
Andere nieuwe of hernomen projecten voor de periode 2015-2019 zijn:[21]
DijkwerkenEen groot deel van de geplande dijkverhogingen werd al afgewerkt. Een recent voorbeeld zijn de dijken van Fort Sint-Philips tot Noordkasteel langs de Rechterscheldeoever, waar 4,4 kilometer dijk werd opgetrokken. Intussen zijn ook de werken aan de Antwerpse Scheldekaaien hervat. Eerst worden de historische kaaimuren verstevigd. Daarna worden de Scheldekaaien volledig heraangelegd, zodat ook Antwerpen beschermd is tegen stormvloed.[22] Op Linkerscheldeoever worden van 2014 tot 2015 nog dijkwerken uitgevoerd in Blokkersdijk, vlak bij het Sint-Annabos. Op Rechterscheldeoever worden dijkwerken voorbereid in Wetteren, Kwatrecht, Dendermonde en Schoonaarde. Ook tussen Fort Sint-Filips en de Potpolder van Lillo komt een lange, hoge dijk. Sinterklaasstorm 2013De eerste grote test voor de werken van het Sigmaplan was de Sinterklaasstorm van 5 en 6 december 2013. Tijdens die storm, die zich in heel Europa deed voelen, stond het water in Oostende het hoogste sinds de watersnood van 1953.[23] Twaalf Sigmagebieden die toen al klaar waren traden in werking en bewezen hun nut.[24] Het ging onder meer om het Tielrodebroek in Hamme, Paardeweide en Bergenmeersen in Wichelen en Berlare en Polder van Lier in Lier. Ook de Antwerpse Scheldekaaien in Antwerpen liepen ’s ochtends vroeg onder water. Er werd een waterpeil van 7,23 TAW gemeten, 1,49 meter hoger dan het normale waterpeil. De poorten van de waterkeringsmuur werden gesloten, waardoor de binnenstad van wateroverlast gespaard bleef.[25] Die waterkeringsmuur werd gebouwd voor het oorspronkelijke Sigmaplan. De betonnen muur is 5,5 kilometer lang en 1,35 meter hoog, maar voldoet vanwege de klimaatverandering, en de daaraan gekoppelde zeespiegelstijging, niet meer als bescherming tegen wateroverlast voor Antwerpen. Om klimaatbestendig te zijn, moet hij 90 centimeter hoger worden. Externe links
Bronnen, noten en/of referenties
|