In totaal schreven 32 teams van de UEFA zich in voor de kwalificatie van het Wereldkampioenschap voetbal 1974. West-Duitsland was als gastland al automatisch geplaatst. Dit kwalificatietoernooi startte op 14 november 1971 en de laatste wedstrijd werd gespeeld op 26 september 1973.
Opzet
Groepsfase: De 32 landen worden verdeeld in 9 groepen. Van deze groepen zijn er 4 met drie landen, de overige groepen hebben vier landen. De winnaar van de groep 1–7 kwalificeert zich rechtstreeks voor het hoofdtoernooi. In sommige groepen was een extra play-off nodig vanwege de gelijke stand en het gelijke doelsaldo. Intercontinentale play-off: De winnaar van groep 9 plaatst zich voor deze ronde, daarin wordt tegen de nummer 3 van het Zuid-Amerikaanse kwalificatietoernooi (CONMEBOL) gespeeld om een plek in het hoofdtoernooi.
Een groep met drie kanshebbers met wisselende kansen gedurende de campagne. Als eerste was Oostenrijk uitgespeeld na een 3-2 nederlaag in Zweden. Men was alleen gebaat bij een gelijkspel tussen Hongarije en Zweden, bij winst was Hongarije zeker van kwalificatie. In een levendige wedstrijd eindigde de wedstrijd in 3-3, Hongarije was uitgeschakeld zonder te verliezen en Oostenrijk mocht blijven hopen op een gunstige uitslag tussen Zweden en Malta. Bij een overwinning met een goal verschil bleef Oostenrijk kansrijk en dat gebeurde ook. Er moest een beslissingswedstrijd komen in een winters Gelsenkirchen en nu namen de Zweden het initiatief: 2-1 voor Zweden. Oostenrijk had voor het eerst sinds lange tijd weer een hoopvolle generatie met spits Hans Krankl als blikvanger, maar ze moesten nog even wachten. Gevaarlijke man bij de Zweden was de kopsterke spits van de Nederlands club PSV, Ralf Edström.
De vicewereldkampioen Italië had weinig problemen zich te plaatsen, het incasseerde zelfs geen enkel tegen doelpunt. De "Squarda Azzuri" had nog steeds een ervaren selectie en was een van de favorieten op het eindtoernooi.
Eindelijk was er het besef, dat een speler met het Nederlands elftal ook succes kon hebben. Zo speelde Johan Cruijff alle wedstrijden mee, ook de belangrijke. Nederland begon goed met een 9-0 overwinning op Noorwegen in Rotterdam. De tweede wedstrijd was tegen de grote concurrent België, in Antwerpen ontwikkelde zich een veel te harde wedstrijd, waarbij vooral Willem van Hanegem en Johan Neeskens na afloop veel kritiek kregen. Na twee simpele overwinningen op IJsland volgde een moeizame wedstrijd in Noorwegen; vlak voor tijd scoorde verdediger Barry Hulshoff de winnende treffer na een geniale ingeving van Cruijff. Nederland en België hadden nu evenveel punten, alleen het doelsaldo van Nederland was veel beter. Het beslissende duel vond plaats in Amsterdam tijdens een autovrije zondag. Er ontstond een nerveus duel, waar België zich beperkte tot verdedigen en Nederland (waar Wim van Hanegem tijdens de warming-up uitviel) wat kansjes miste, maar ook niet overtuigde. In de 84e minuut kwam het moment van de wedstrijd: bij een plotselinge uitval van de Belgen scoorde Jan Verheyen een zuiver doelpunt, maar tot opluchting van heel Nederland keurde de scheidsrechter het doelpunt af vanwege buitenspel.[1] De Belgen incasseerde tijdens de campagne geen enkel doelpunt, maar moesten gewoon thuisblijven. Nederland plaatste zich voor de eerste keer sinds 1938 voor de eindronde.
Groep 4 was met name een strijd tussen twee gelijkwaardig ingeschatte landen uit het Oostblok: Roemenië en Oost-Duitsland. De Roemenen begonnen de campagne matig met een gelijkspel in Finland en dat brak ze uiteindelijk op. Oost-Duitsland won de beslissende wedstrijd in Leipzig dankzij twee doelpunten van verdediger en aanvoerder Bernd Bransch en plaatste zich voor de eerste keer en laatste keer voor een WK, uitgerekend in West-Duitsland.
Natuurlijk kon Wales altijd voor een verrassing zorgen, was Polenolympisch kampioen geworden, maar niemand twijfelde echt aan een afwezigheid van Engeland op het wereldkampioenschap. Engeland begon goed met een 1-0 overwinning in Cardiff op Wales, maar de return eindigde in een 1-1 gelijkspel. Polen begon de campagne teleurstellend met een 2-0 nederlaag tegen Wales, maar maakte het voor 70.000 toeschouwers in Chorzów goed met een 2-0 overwinning op Engeland. In deze wedstrijd scoorde de stervoetballer van Polen Włodzimierz Lubański de beslissende 2-0 na een fout van de Engelse recordinternational Bobby Moore. Lubański zou in die wedstrijd ernstig geblesseerd raken en twee jaar niet kunnen spelen. Het was de eerste nederlaag van Engeland ooit in een kwalificatiewedstrijd. Na een 3-0-zege op Wales had Polen genoeg aan een gelijkspel op Wembley om de eindronde te halen. Bondscoach Alf Ramsey nam zijn maatregelen en besloot zijn aanvoerder Bobby Moore te passeren. Hij zei, dat hij de aanvoerder wel nodig zou hebben in de eindronde. De beslissende wedstrijd was ongelooflijk, de Engelsen misten enorm veel kansen en keeper Jan Tomaszewski, voor de wedstrijd smalend door commentator Brian Clough een "clown" genoemd, vervulde een glansrol. In de tweede helft scoorde Jan Domarski uit een zeldzame uitval en Lee scoorde de gelijkmaker uit een strafschop. De Engelsen bleven kansen missen, Tomaszewski werd steeds beter en Engeland werd uitgeschakeld. Het was het einde van het tijdperk Alf Ramsey en hij werd later ontslagen. Polen plaatste zich voor het eerst sinds 1938 voor het eindtoernooi.
Het was de laatste kans voor Eusébio om met Portugal nog eenmaal te schitteren op een eindtoernooi. Echter, na een eerdere nederlaag in Sofia tegen Bulgarije was er na een 2-2 gelijkspel in Lissabon geen perspectief meer. Bulgarije plaatste zich voor de vierde achtereenvolgende keer voor een WK, evenveel als de (voormalige) wereldkampioenen Uruguay, Brazilië, Italië en West-Duitsland, maar had nog nooit succes gehad op een eindtoernooi.
Groep 7 was een gelijkopgaande strijd tussen Spanje en Joegoslavië, de wedstrijden in Las Palmas en Zagreb eindigden onbeslist, daarom waren de wedstrijden tegen Griekenland belangrijk, de laatste wedstrijd moest Joegoslavië in Athene met twee goals verschil winnen. In de laatste minuut scoorde Ivica Šurjak de 4-2, waardoor er een beslissingswedstrijd nodig was tussen Spanje en Joegoslavië in Frankfurt. Josip Katalinski scoorde in de tiende minuut het winnende doelpunt en voor de eerste keer sinds 1962 plaatste het land zich voor de eindronde.
De glorietijd van Celtic Glasgow in de Europa Cup der landskampioenschappen (winnaar in 1967, verliezend finalist in 1970, halvefinalist in 1972) was inmiddels voorbij. Maar uitgerekend in deze periode boekte het Schotse nationale elftal weer internationaal succes, nadat eerdere pogingen net niet lukten. Doordat concurrent Tsjecho-Slowakije in en tegen Denemarken puntverlies leed, was een overwinning genoeg voor de Schotten om zich te kwalificeren. Ze wonnen na een 1-0 achterstand met 2-1, het winnende doelpunt werd gemaakt door Joe Jordan, de spits van Leeds United, destijds een topclub in Europa. Doordat enkele weken later Engeland werd uitgeschakeld door Polen, werd Schotland de enige Britse vertegenwoordiger op het WK.
Het Franse voetbal zat al jaren in een zware crisis; het laatste aansprekende resultaat was van 1958, toen men derde werd op het WK in Zweden. "Les bleus" begonnen de campagne hoopvol met een 1-0 overwinning op de Sovjet-Unie. Echter, tegen het lager ingeschatte Ierland werd maar één punt behaald en Frankrijk moest nu opnieuw van de Russen winnen. In Moskou sloeg de thuisploeg in de slotfase toe en eindigden de Fransen als laatste in hun groep, een nieuw dieptepunt. De Sovjet-Unie was nog niet zeker van deelname, het moest een play-off wedstrijd spelen tegen Peru of Chili.