In dit station vertrekt nog spoorlijn 78 (Doornik - Saint-Ghislain). Vroeger vertrokken de spoorlijn 87 (Doornik - Ronse) en spoorlijn 88A (Doornik - Franse grens) vanaf hier. Bij de stelplaats van Doornik waren de laatste buiten dienst gestelde stoomlocomotieven opgesteld tot ongeveer 1980.[2] Als grensstation waren er uitgebreide douane- en politiekantoren voor de grensformaliteiten.
Stationsgebouw
Het eerste stationsgebouw van Doornik werd geopend in 1842. Maar dit station bleek al snel te klein. In 1874 werd begonnen met de bouw van een derde station op een nieuw locatie. Het gebouw in Vlaamse renaissancestijl werd ontworpen door Hendrik Beyaert. Het werd op 24 augustus 1879 plechtig geopend door koning Leopold II.[3]
De grafiek en tabel geven het gemiddeld aantal instappende reizigers weer op een week-, zater- en zondag.[4]
Tabel: aantal instappende reizigers station Doornik
Weekdag
Zaterdag
Zondag
1977
5 175
1 544
1 758
1978
5 443
1 493
1 812
1979
5 642
1 570
1 920
1980
5 000
1 344
1 336
1981
4 692
1 358
2 067
1982
4 558
1 319
1 612
1983
4 731
1 381
1 698
1984
5 216
1 442
1 814
1985
4 999
1 357
1 546
1986
5 494
1 408
1 682
1987
6 804
1 875
1 970
1988
6 637
1 709
2 111
1989
5 782
1 496
2 021
1990
5 577
1 753
2 677
1991
6 165
2 100
2 885
1992
5 642
1 772
2 699
1993
7 630
1 352
2 217
1994
5 231
1 867
2 018
1995
5 314
1 860
2 457
1996
5 971
1 343
-
1997
5 822
1 953
-
1998
6 277
1 476
2 142
1999
5 226
1 426
1 920
2000
6 184
1 608
2 384
2001
5 987
1 754
2 308
2002
5 938
1 686
2 460
2003
6 056
1 467
2 180
2004
6 109
1 792
2 610
2005
5 957
1 778
2 379
2006
6 802
1 956
2 562
2007
7 076
2 258
2 442
2008
-
-
-
2009
6 884
1 617
1 909
2010
-
-
-
2011
-
-
-
2012
7 081
1 948
3 008
2013
4 785
1 427
1 932
2014
7 001
2 356
2 810
2015
6 395
1 801
1 944
2016
5 912
1 554
2 028
2017
7 017
2 019
2 195
2018
6 455
1 535
1 728
2019
6 316
2 478
2 089
2020
4 243
1 365
1 254
2021
-
-
-
2022
6 114
2 706
2 725
2023
6 428
2 073
2 447
Bronnen, noten en/of referenties
↑De bron voor de gegevens is NMBS – Reizigerstellingen. De tellingen worden meestal uitgevoerd in de maand oktober: gedurende 9 opeenvolgende dagen (5 werkdagen en de 2 omliggende weekends) worden dan door het stations- en treinbegeleidingspersoneel visuele tellingen verricht. De methode bestaat erin het aantal in- en uitstappende reizigers te tellen in alle stations en stopplaatsen en dit voor alle treinen van het binnenlands verkeer. Het getal naast het kopje 'weekdag' slaat op het gemiddeld aantal opstappende (dus niet het aantal afstappende) reizigers op een weekdag (maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag opgeteld gedeeld door vijf), zaterdag en zondag staan apart vermeld. De cijfers geven een indicatie en hebben een foutenmarge, die in sommige gevallen aanzienlijk kan zijn.
↑Jean Dumoulin en Jacques Pycke, Steden ven België: Doornik, Artis-Historia, 1986, p. 100-101
↑De bron voor de gegevens zijn de jaarlijks door de NMBS in oktober uitgevoerde reizigerstellingen. Stationspersoneel en treinbegeleiders tellen dan visueel gedurende negen opeenvolgende dagen (vijf werkdagen en de twee aansluitende weekends) in alle stations en stopplaatsen het aantal instappende reizigers en dit voor alle binnenlandse treinen. De groene balk geeft het gemiddeld aantal opstappende (dus niet het aantal afstappende) reizigers weer op een weekdag (maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag opgeteld en gedeeld door vijf). Zaterdag wordt weergegeven door de blauwe en zondag door de rode balk. De cijfers geven een indicatie en hebben een foutenmarge, die in sommige gevallen aanzienlijk kan zijn. In 2008, 2010, 2011 en 2021 (corona) werden geen tellingen uitgevoerd. De gegevens zijn online raadpleegbaar, zoekterm Reizigerstellingen